Transcriptie aflevering 13

Gepubliceerd op 15 januari 2022 om 10:53

Welkom, beste luisteraars. Vandaag staat er een beetje een speciale aflevering op het programma.

 

We zijn aan een nieuw onderdeel beland: de verovering van Anatolië. Wat betekent dat de echte veldtocht van Alexander eindelijk zal beginnen.

 

Het lijkt me dan ook nuttig om kort even stil te staan bij Alexanders leger en oorlogsvoering in de oudheid. Geen overloze analyse en reflectie. Zoals steeds lijkt het me leuker om af en toe stil te staan bij deze aspecten, terwijl we veldtochten en veldsalgen aan het bespreken zijn. Maar het kan geen kwaad om toch een klein beetje stil te staan bij het leger en de manier van oorlogsvoeren.

 

We gaan dan ook vandaag en volgende keer in 2 zeer korte afleveringen eerst stilstaan bij oorlogsvoering in de oudheid en daarna bij Alexanders leger.

 

De aflevering van vandaag is simpelweg een kopie van het laatste deel van wat oorspronkelijk de 3e aflevering was, over de helleense stadsstaten. Op dit moment is dat laatste deel eruit gehaald, maar als u de 3e aflevering beluisterd hebt voor  luisteren bent, pakweg voor 18 april 2021 mag u deze aflevering gewoon overslaan. Als u ze toch wil herbeluisteren, is dat uiteraard toegestaan. Ik heb het stuk ook gedeeltelijk herschreven, dus er zijn wel wat nieuwe stukken bijgebracht. Trouwens: Repeteren, repeteren. Wie zijn best doet zal het leren, wisten multimiljonair Gert en zijn hond Samson een kwarteeuw geleden al.

 

De tijd vliegt snel, dus laten we hem goed gebruiken.

 

Ik zal op de website ook links zetten naar handige filmpjes over de verschillende onderwerpen. Ik zal het helaas nooit beter kunnen uitleggen dan de prachtige geanimeerde creaties die zich op dit platform bevinden.

 

 

We beginnen vandaag met de zeegevechten

 

Belangrijk om uit te leggen is dat het niet de meer hedendaagse zeegevechten waren die vroeger plaatsvonden. Er waren uiteraard geen kanonnen. Grof gesteld waren er twee tactieken: het rammen van het andere schip, zodat dit werd beschadigd en zonk. Ofwel een soort landgevecht op zee.

 

 

Dan probeerde men om een ander schip te enteren, en dan, ja via gewone soldaten een gevecht uit te voeren met de bemanningsleden van het andere schip, om zo het schip te veroveren. Denk aan tientallen mannen met zwaarden die elkaar te lijf gaan op het dek van het schip.

 

 

 

Bij het rammen van een ander schip, maar ook om in de juiste formatie te varen was het zeer belangrijk om de tekens van de bevelhebber van de vloot goed te begrijpen. ervaren roeiers en andere bemanningsleden waren dus onmisbaar. Dat was vaak de sleutel tot succes en het was in ieder geval die beschikbaarheid kundige zeemannen die ervoor zorgde dat Athene lange tijd over de zee heerste. Eerder dan dat zij over betere boten beschikten.

 

 

 

In de landgevechten bestonden de elitetroepen uit zogenaamde hoplieten, waarbij vooral die van Sparta zeer gevreesd waren. Hoplieten bekostigden zelf hun, dure uitrusting. Dit bestond uit een zwaar pantser, het kenmerkende ronde schil, een helm en een hakzwaard. Hoplieten waren dus meestal ook de meer gegoede burgers, omdat enkel zij dit zich konden veroorloven.

 

 

 

Vaak stelden zij zich op in de zogenaamde falanx, waarbij zij met hun schilden en  uitstekende lansen een soort levend stekelvarken vormden, waarbij de ene soldaat met zijn schild de soldaat naast hem beschermde. Als dit goed werd uitgevoerd, was dit een bijna oninneembare slagorde. Maar veel hing uiteraard van de discipline van de falanx, want van het moment dat er ergens “gaten” kwamen in de falanx, werd deze zeer kwetsbaar. Ook omdat de ene hopliet werd beschermd door de andere. Een goed gedisciplineerd leger en een evaren commandant was dus zeer belangrijk.

 

 

 

Vooral op de flanken en zeker wanneer deze langs achteren werd belaagd was de falanx zeer kwetsbaar. Vaak werd deze dan ook afgedekt door lichtere infanterie of door paarden.

 

De cavalerie was in die tijd eerder een hulpsegment s in de zin dat zij voorbeeld de falanx beschermden, eerder dan een aanvallend segment van het leger. Onder meer Filip en Alexander zullen dit veranderen en van de cavalerie een speerpunt van hun oorlogsvoering maken. Daar zullen we zeker nog op terugkomen tijdens de volgende aflevering. Uiteraard waren noch Filip, noch Alexander de uitvinders hiervan. Ook zij gingen verder op wat er al bestond en perfectioneerden de bestaande technieken, voor zover dat mogelijk was.

 

 

 

 

De falanx was dus nog nuttiger in smalle bergpassen, waarbij de flanken van de berg (of de zee) de falanx als het ware “afdekten”. Denk aan de slag bij Thermopylae, waar enkele duizenden Grieken een gigantisch Perzisch leger dagenlang afhouden door een intelligent gebruik van de falanx. Uiteindelijk werden ze toch omsingeld en van zodra dat gebeurd was, was de strijd snel ten einde. Maar een goed georganiseerde falanx kon zich in de juiste omstandigheden op defensief vlak wel degelijk meten met veel grotere troepenmachten.

 

 

 

De Griekse oorlogen, of toch zeker de Pelopenessische oorlogen, en de oorlogen in aanloop naar de heerschappij van Filip en Alexander, beston meestal uit relatief “kleine veldslagen, met enkele duizenden soldaten aan elke kant. Het is belangrijk om in te zien dat de soldaten vaak geen beroepssoldaten waren, maar een gewone dagtaak hadden. Bovendien was het arsenaal aan soldaten niet onuitputtelijk. De strijdende partijen waren meestal stadsstaten en geen immense koninkrijken.

 

Athene of Sparta waren helaas voor hen geen Rome). Het verlies van enkele honderden tot duizenden elitetroepen kon echt wel een zware slag toebrengen aan de slagkracht van een stadsstaat. Zeker Sparta had daar veel last van en dat is een van de redenen dat zij na de Pelop oorlogen en de verliezen bij Leuctra een meer defensieve strategie gingen hanteren. Zowel Sparta als Athene hadden geprobeerd om hun macht uit te breiden, maar moesten uiteindelijk inbinden.

 

Maar laten we wel duidelijk zijn: Stel dat beide stadsstaten, eventueel aangevuld met Thebe en Korinthe de krachten had gebundeld, was er van Alexander en Macedonië geen sprake geweest. En misschien zelfs niet van Rome, hoewel dat al iets onzekerder is. Maar het is echt wel zo dat de Griekse soldaten als superieur werden beschouwd en ik meen dan ook dat een verenigd Griekenland onstuitbaar was geweest. We zien dan ook dat zowel Alexander als Darius duizenden Griekse huurlingen in hun leger zullen opnemen. We zien ook dat de verschillende hellenen die Rome binnenvallen of hen bekampen op eigen terrein, de Romeinen wel degelijk pijn doen. hun verdeeldheid zorgt er echter voor dat ze uiteindelijk allen een prooi worden voor de Latijnse oorlogsmachine.

 

 

 

 

Belangrijk is ook om te beseffen dat numeriek overwicht, zeker in de oudheid, echt wel belangrijk was. Meer dan we soms denken.

 

 

 

Stel dat 6 soldaten vechten tegen 4 andere soldaten. We gaan er in ons hypothetisch voorbeeld van uit dat iedereen even sterk is. Het is dan niet zo dat er na het gevecht 2 soldaten overblijven van de grootste groep. Je kan niet zomaar 6-4 = 2 doen. Waarom niet?

 

 

 

Het is eerder zo dat bijvoorbeeld 4 soldaten van de grootste groep 2 soldaten van de kleine groep aanvallen. Met 4 tegen 2 kan je al bijna je tegenstander omsingelen en zelf niemand verliezen, maar laten we voorzichtig zijn. 1 van de 4 sterft, net als de 2 van de kleine groep.

 

 

 

Bij de andere groep was het 2 tegen 2 en laten we zeggen dat het al 1 tegen 1 is geworden op het moment dat de andere groep klaar is met vechten. De 3 overgebleven soldaten kunnen dan makkelijk de laatste soldaat van de kleine groep doden. Dat betekent dat de grote groep 2 soldaten heeft verloren en de kleine groep 4. 6-4 blijkt dan ook 4 te zijn.

 

 

 

En deze 4 soldaten kunnen dan op hun beurt andere soldaten gaan helpen. Op die manier zorgt de numerieke meerderheid van het leger voor een exponentieel verschil in troepensterkte tussen beide legers.

 

 

 

 

Bovendien wordt de numerieke meerderheid vaak ook gebruikt om, via verschillende rijen soldaten de tegenstander letterlijk naar achteren te duwen. Hoe meer rijen men kan plaatsen, hoe harder men een ander leger kan achteruit duwen of eventueel diens formatie doorbreken.

 

 

 

En eenmaal een linie wordt gebroken, is de veldslag al half gewonnen. De meeste doden vielen namelijk niet tijdens het frontale gevecht, maar wel op het moment dat de slagorde van een leger wordt doorbroken, of op het moment dat men rond de flank van een leger kan geraken om de achterkant te bestoken.

 

De echte slachtpartij, die begint pas wanneer 1 van de legers in paniek raakt of hun slagorde kwijtraak. Vluchtende soldaten zijn een makkelijke prooi voor de aanstormende troepen en zeker voor de cavalerie. Wie op een betoging al eens achterna is gezeten door de bereden politie, weet ongetwijfeld wat ik bedoel.

 

 

De voornaamste manier om een numerieke meerderheid te counteren is het gebruiken van superieure formaties en tactieken. Zeker Filip en Alexander waren meester in tactische oorlogsvoering en het analyseren van een slagveld en de tegenstander om zo elk gevecht te winnen. Met of zonder numerieke meerderheid.

 

 

Wat minder in hun voordeel spreekt is , dat voor de tijd Filip en Alexander kan men zeggen dat er nog een zekere erecode was, waarbij het vooral het gevecht en de man tegen man strijd is die eer en glorie brengt. Het uitroeien van een ander leger was niet meteen iets waar men naar streefde. Alexander en zijn vader zullen zich op dat vlak iets machiavellistischer gedragen. Op dat vlak zijn ze met de Romeinen in goed gezelschap. En het is nu niet dat de Spartanen en Atheners liefdevolle krijgers waren.

 

 

Beide koningen waren ook meester in belegeringen. De oude Grieken hadden daar eigenlijk amper kennis van. Zij kampeerden voor een stad en probeerden deze dan uit te hongeren. En als die stad daarop voorzien was,(zoals Athene met zijn omwalling  van de stad, inclusief de haven)  konden de belegeraars niets anders dan zich terugtrekken. Filip en Alexander, zoals we zullen zien, zullen een paar prachtige staaltjes van belegering vertonen, zoals het perfectioneren van katapulten, het indammen van water en het fabriceren van belegeringstorens. Iets waar de meeste steden niet op voorzien waren.

 

 

 

 

 

Nog 2 puntjes over oorlogvoering die aansluiten op die belegering en dan maken we er hier een eind aan:

 

 

Meer dan nu werd er geleefd volgens de seizoenen: er was uiteraard geen centrale verwarming elektriciteit of gas. Dus moest eigenlijk de veldtocht pauzeren of terug naar hun thuisbasis trekken wanneer de herfst-winter eraan kwam. Omdat het kouder werd, maar ook en dat is het tweede punt

 

 

Er moest voldoende voedsel zijn. Wanneer men een offensieve oorlog voerde, was men met duizenden soldaten op een ander zijn gebied. En die duizenden extra soldaten moesten eten hebben. Vaak plunderde men de landerijen van de tegenstander, maar dat was ofwel niet voldoende (denk aan de Perzen die met tien- tot honderdduizenden op het Griekse vasteland waren) of de verschroeide aarde tactiek werd toegepast.

 

 

Ik denk daarom dat het zeer belangrijk is om dat mee te nemen. Het was niet zomaar eventjes zoveel mogelijk manschappen optrommelen en een ander land binnenvallen. En dan zien we wel. Neen, De logistiek was minstens even belangrijk, soms zelfs belangrijker. Wie de de bello gallica leest van Caesar zal zien dat hij constant bezig is met de graantoevoer. En terecht.

 

 

 

In een recenter verleden kunnen we ook de blitzkrieg van Hitler vermelden. Zijn bedoeling was om West-Europa snel plat te leggen en dan door te stoten naar de olievelden van de Kaukausus in 1941, omdat heel die blitzkrieg een enorme toevoer brandstoffen vereiste. En toen dat niet lukte, of toch niet zoals hij het had gewild, was de oorlog, die nog wel 3-4 jaar duurde, eigenlijk voorbij. Had Hitler die olievelden wel bereikt, dan was de uitkomst zonder enige twijfel anders geweest. In die zin was de landing in Normandië eigenlijk de laatste dolkstoot in een oorlog die al verloren was. Maar dat is uiteraard een heel ander verhaal.

 

 

Het maakt eigenlijk Alexanders veroveringen nog een stuk imposanter. De manier waarop hij erin slaagt om een zo uitgestrekt gebied in te palmen en jarenlang onder controle te houden, is echt wel indrukwekkend. Dat alles na zijn dood instort, doet daar niet veel vanaf. Ja, hij teerde op de hervormingen van zijn vader, maar dat was niet meer dan logisch. Ja, hij had meer tijd moeten besteden aan de organisatie van zijn rijk, maar eigenlijk had hij zijn rijk relatief goed onder controle op het moment van zijn dood.

 

Alexander veroverde in een ware blitzkrieg een immens gebied. Of hij dat beter anders had gedaan, zullen we nooit kunnen weten. Hij had het in ieder geval niet nog spectaculairder kunnen doen, zeker in de 4e eeuw voor Christus en alles in acht genomen wat ik hierboven uiteen heb gezet.

 

 

Ziezo, een aflevering zonder muziek vandaag. Ik zal onze befaamde tune de volgende aflevering iets langer laten spelen. Of misschien zelfs iets nieuws opsnorren. Want van alleen gepraat wordt een mens toch ook wat moe.

 

Ik hoop dat u nog kan genieten van uw ochtend, dag, avond of nacht. Tot de volgende!

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.