Transcriptie aflevering 19

Gepubliceerd op 15 januari 2022 om 10:56

Dag iedereen en meer dan welkom bij de wonderlijke avonturen van Alexander, een podcast over het leven en de geschiedenis van de nu ongeveer 24-jarige koning Alexander III van Macedonië, in het creools Guinees beter bekend als Aleksann Gran-an.

 

 

De Creools Guinese vertaling was het beste dat ik kon vinden en het dichtste in de buurt van het Kaapverdisch creools komt, wat de bestemming was van mijn huwelijksreis. En, omdat u zolang op deze aflevering hebt moeten wachten, heb ik een kadootje meegebracht voor jullie in de vorm van een tussenaflevering die ik ergens volgende week zal publiceren.

 

Maar zover zijn we nog niet. Laten we beginnen met wat bedankjes, om te beginnen voor het Reformatorisch Dagblad. Ik ben zelf geen protestant, maar hun vermelding van mijn podcast op hun website, daar neem ik toch mijn petje voor af.

 

Daarna dank ik ook Bas, Jasper, Luuk (met twee u’s), Mauri, Mario en Fritzl.

 

 

Op naar aflevering 19, deel 2 in de verovering van Egypte. en i.t.t. vorige week staat er vandaag een dikke vette portie van dit illustere land op het programma. Als titel heb ik gekozen voor: Farao Alexander, zoon van god en meester-comedian.

 

Af en toe heb ik wat afleiding nodig van de zoveelste keer dat ik lees over of luister naar de verhalen van Alexander. En dan schakel ik over naar een ander historisch onderwerp. Maar liefst nog wel een onderwerp dat enige link heeft met de podcast. De afgelopen weken was dat dus Egypte, niet geheel toevallig het onderwerp van vandaag. Ik heb de voorbije tijd dan ook al tot treurens toe dat ene zinnetje van Herodotes gehoord en gelezen, waarmee elke auteur zijn boek begint en dat ik weldra ook ga gebruiken om mijn exposé over Egypte aan te vangen.

 

 

Geen Alexander vandaag? Jawel hoor. Ik heb even gespeculeerd met het idee om een 3-delig Egyptisch intermezzo te doen, want er valt veel over deze oude beschaving te zeggen. Heel veel zelfs. Nog veel meer dan over Perzië.

 

Bovendien zal de verovering van de Nijldelta een stuk minder bloederig worden dan wat er tot nu toe al is gepasseerd en wat er nog aankomt. Doodsaai zou ik Alexander zijn ontmoeting met de piramides niet noemen, want Alexander is nooit saai, maar het is nu ook niet dat we hier de interessante verhalen aan elkaar kunnen rijgen.

 

Dus komt er hier een enorme interessante snelcursus aan en dit tijdens het eerste stuk van deze aflevering Dat moet wel kunnen vind ik. Een idee dat gedragen wordt door maar liefst 100% van de creatoren van deze podcast. Als dat geen modeldemocratie is!

 

Voor wie Egypte en haar geschiedenis geen ene moer kan schelen, spoel gerust een half uur door, als u Alexander een stad wil zien oprichten, door de woestijn wil zien ploeteren, één of ander orakel van Zeus-Amonn in de oase van Siwa wil horen raadplegen en tenslotte PArmenion verbaal de grond in wil horen boren.

 

 

Want wij gaan beginnen aan een prachtig Egyptisch avontuur, dat echt begint, ergens rond 3000 v Christus. Misschien nog iets vroeger zelfs.

 

Als u kijkt naar het land Egypte en omstreken zien we niet alleen de talloze bevolking rond de Nijl, maar ook de Sinaï woestijn in het Oosten, Nubië en het koninkrijk Kush, vol goud in het Zuiden, Libië in het Westen en in het Noorden: de Middellandse Zee.

 

Kijk maar eens goed naar Google Maps: er is enkel groen te zien in een kleine streep rond de Nijl. Daarbuiten heerst de woestijn.

 

Maar dat was niet altijd zo. Voor het jaar 3000 v Chr was dit ooit allemaal vruchtbaar gebied. Tot er, geloof het of niet, een klimaatverandering plaatsvond en het land opdroogde. Die verandering valt uiteraard niet te vergelijken met onze huidige klimatologische problemen waarbij de aarde in ijltempo wijzigt en we spreken over meerdere decennia, niet over meerdere eeuwen tot millennia.

 

Jeen Marie Dedecker

 

 

Maar de gevolgen zijn ergens wel vergelijkbaar: mensen moeten hun levenswijze aanpassen. De verwoestijning van Egypte zorgt ervoor dat mensen vruchtbaar gebied opzoeken. En dan komt de befaamde uitspraak van de vader van de geschiedenis naar boven: Egypte is het geschenk van de Nijl.

 

Kijk maar eens naar de kaart. Egypte IS de Nijl. Zonder de Nijl was er van Egypte of toch van haar grandeur, geen sprake. 4000 jaar geleden niet. Nu niet.

 

De Nijl stroomt van het zuiden naar het Noorden, van Ethiopië en het Victoriameer, helemaal tot aan de Middellandse Zee.

 

Haar jaarlijkse overstromingen zorgen langs beide zijden voor een prachtig stuk overstroomde oever. Alles om aan landbouw te doen, met water en vruchtbare grond, gevoed door het slib dat achterblijft als de periodieke overstromingen een einde nemen. De Nijl is in die zin een stuk voorspelbaar dan bijvoorbeeld de Tigris en Eufraat, waar veel vaker schommelingen in het debiet voor verwoestende overstromingen zorgen. Niet dat de Nijl als een jaarlijkse metronoom tot op de centimeter nauwkeurig stijgt en daalt, maar het komt ergens toch in de buurt.

 

En zo ontstaan er hele samenlevingen, in één lange lijn van Zuid naar Noord. Deze samenlevingen troepen samen, waarbij er grofweg twee Egyptes ontstaan: in het Zuiden hebben we Opper of Boven-Egypte. Dat lijkt contradictorisch want op een kaart ligt dat beneden, maar aangezien dit hoger gelegen gebied is wordt dit opper-Egypte. Want de rivier moet uiteraard van Boven naar Beneden stromen.

 

In het lager gelegen Noorden ligt Neder-Egypte. Hier vertakt de Nijl in verschillende vertakkingen, om in ontelbare stroompjes uit te monden in de Middellandse Zee, waardoor hier ook meer vruchtbaar gebied aanwezig is.

 

 

De hoofdstad van Opper-Egypte is Thebe, het huidige Luxor. In Neder-Egypte is dat Memphis. En Memphis zal de eerste hoofdstad worden van een eengemaakt Egypte.

 

Want zo rond 3.000 v Chr wordt Egypte 1 land, als we dat zo mogen noemen.

 

Aangezien het hier een snelcursus is, spoelen we enkele eeuwen door, naar 2.700 v Chr. Op dat moment begint het Oude Rijk. De Egyptische geschiedenis is namelijk op zeer overzichtelijke wijze ingedeeld in verschillende dynastieën en rijken. Het is een indeling die dateert van 200 v Chr en werd opgetekend door Manetho, niet toevallig een Griekse geleerde die woonde in Alexandrië onder het bewind van de Ptolemeeërs, de farao’s die over Egypte heersen na Alexander zijn dood. Maar dat is toekomstmuziek voor ons.

 

Dit werk van Manetho, wordt nog altijd gebruikt om op een heldere manier over het Oude Egypte te filosoferen, mits wat aanpassingen hier en daar. Een geweldige prestatie als u het mij vraagt.

 

 

Voor dat Alexander op het einde van deze aflevering Egypte binnenvalat binnenvalt, heeft de beschaving al 3 Rijken achter de rug: het Oude, het Midden en het Nieuwe Rijk, stabiele periodes die telkens gevolgd worden door woelige tussenperiodes. 2500 jaar boeiende en bloeiende geschiedenis, waarin Egypte aaneen klit, uiteenvalt, verovert en veroverd wordt. 2500 jaar, dat is de periode tussen Alexander zijn veroveringen en het heden. Het mag dan ook niemand verbazen dat de Grieken en Macedoniërs naar Egypte kijken zoals wij naar de Griekse beschaving kijken.

 

Laten we eraan beginnen, met dat Oude Rijk, waar Neder en Opper Egypte stevig in handen zijn van de farao, koning van zijn rijk en een quasi god op aarde, heersend vanuit zijn hoofdstad Memphis, strategisch gelegen, net ten zuiden van de vertakkingen van de Nijl.

 

Wat valt er te zeggen over dit tijdsgewricht.? Veel, maar als we de kern moeten samenvatten, komen we tot hét kenmerk van Egypte: piramides.

 

 

Aaah, piramides. Prachtig, neen? Deze imposante en majestueuze staaltjes bouwtechniek. Want dat zijn ze zeker. Piramides waren een glorieuze vooruitgang, na de meer gewone grafgebouwen voor de Egyptische farao’s. Ze werden, via trial and error, zoals de Britse kolonialen dat zo mooi zeggen, telkens mooier en prachtiger. De farao Snefroe, bouwde er maar liefst 5, waarvan er meerdere simpelweg onder hun eigen gewicht ineenstortten. De eerste piramides waren trouwens zogenaamde trappiramides, waarbij je als het ware naar boven zou kunnen lopen. Ervan uitgaande dat je een kleine reus bent natuurlijk. De latere, échte, piramides waren een stuk gladder, die prachtige trapezium-achtige bouwwerken, met hun punt gericht naar de hemel, de zon. Richting de zonnegod, Ra.

 

En wie maakte deze prachtige bouwwerken. Wel, naast het citaat van Herodotes, vermeldt elk recent boek over Egypte nogal triomfantelijk dat, i.t.t. wat vroeger werd beweerd, de piramides NIET gebouwd werden door slaven. En dan verwijst men naar het beeld van één of andere opzichter die met een zweep mensen voortstuwt terwijl ze gigantische blokken verplaatsen. Dat beeld klopt dus niet.

 

 

Het waren dus geen slaven. Joepie. Maar gun het mij hier toch nog eens een Engelse uitdrukking te gebruiken. Potato, Potato. Want wie verrichtte dan wel dit titanenwerk, met 10duizenden en gelijk? Dat waren de gewone boeren, die al dan niet werden opgevorderd, op het moment dat ze toch niets konden doen omdat hun akkers overstroomd waren door de jaarlijkse vloed van de Nijl.

 

Zonder enige twijfel deden deze mensen dat niet als lucratieve bijverdienste, maar hadden ze dat klein beetje inkomsten nodig om te overleven. Maar hey, slaven waren het niet hoor.

 

Eén auteur vertelt zelfs al lachend dat de werkers vaak afwezig waren omdat ze een kater hadden. Lachen, gieren, brullen, nietwaar. Gezellig wat piramides bouwen en wat pintjes drinken. Hoezaa. Of was het eerder zo dat de werkers, na een uitputtende dag in de hete zon, kapotgewerkt hun toevlucht zochten tot alcohol, tot op vandaag voor vele mensen het enige spijtige lichtpunt in een hard en vermoeiend bestaan.

 

Op Wikipedia wordt het zo geformuleerd: “De grote bouwprojecten van de koningen uit het Oude Rijk impliceren grote efficiëntie in de economie en in de organisatie van arbeidskrachten en bouwmateriaal.” Tja.

 

Neen, beste mensen, die piramides kunnen wat mij betreft de pot op. Echt waar. Het zijn pompeuze, onnodige, met bloed gebouwde megalomane projecten ter meerdere eer en glorie van één of ander psychopathisch heerschap en de kliek waarmee hij heerste over honderdduizenden mensen die niet anders konden dan luisteren naar wat die geschminkte pipo hen opdroeg. Kleine randbemerking: schmink was een Egyptische uitvinding. Maar dat doet hier absoluut niets ter zake

 

En één van die geschminkte pipo’s bouwde dus maar liefst 5 piramides. Begrijp me niet verkeerd: bouwkundig was dat een meesterwerk maar vraag u eens af wat er bereikt had kunnen worden met de mankracht die nodig was om die 4 compleet nutteloze, leegstaande en instortende gebouwen te bouwen. Ik bedoel, de Egyptenaren hadden waarschijnlijk allemaal in luxe kunnen leven, wonend in dorpen met prachtige huizen, gemeenschappelijke voorzieningen en wat nog allemaal. Maar neen, terwijl zij letterlijk zichzelf en hun rug en schouders kapot werkten, konden zij enkel kijken naar één of ander driehoekig gebouw. Als ze al de kans hadden om te kijken natuurlijk en niet werden vermoord omdat ze teveel afwisten van de plaats en structuur van de piramides.

 

 

Laat mij duidelijk zijn. Deze bemerking gaat evenzeer op voor de nutteloze projecten gecreëerd met miljoenen hectoliters bloed van de gewone man en vrouw, projecten die u elke dag kan gaan bezichtigen in elk dorp, of zeker toch elke stad in Europa. Of dacht u dat de paus en zijn bisschoppen zelf hun kathedralen en kerken hebben gebouwd? Die stenen giganten, gevuld met peperdure beelden, gouden versieringen en enorm kostelijke glaspartijen.

 

 

En weet u wat nog het ergste is: die piramides zijn eigenlijk de grootste mislukkingen die er bestaan. Het doel was namelijk om de farao alles te geven, zodat hij rustig naar het hiernamaals kon gaan. Dus staken ze die dingen vol met goud en andere kostbare zaken en werden daarna de graftombes in de piramides hermetisch afgesloten, of werden er gigantische doolhoven gebouwd. Zodat niemand de rust van de farao kon komen verstoren.

 

Onbegrijpelijk dat er toch nog vandalen waren, mogelijks aangetrokken door bouwwerken die tot mijlenver te zien waren, die alsnog op heiligschennende wijze de piramides onteerden en alles stalen wat los en vast zat.

 

Jammer toch, al die vandalen, die men tegenwoordig gewoon, archeologen uit de 19e eeuw noemt. Konden ze niet gewoon tegen een hongerloon meewerken aan die piramides, i.p.v. ons de mogelijkheid geven om gouden voorwerpen uit Egypte mee te nemen en ze openlijk tentoon te stellen in onze Europese musea? Want we gaan toch zeker niet duizend jaar oude artefacten die zoveel betekenen voor een niet al te rijk land teruggeven, nadat we ze euh, eerlijk hebben bemachtigd toen we als nietsontziende kolonisten landen in stukken verdeelden, door letterlijk een rechte lijn op een map te trekken. Als u niet weet wat ik bedoel, kijk dan maar eens hoe Egypte als natie er op dit moment op een landkaart uitziet.

 

Op internet las ik dan ook nogal cynisch dat de enige reden waarom de piramides nog in Egypte staan, is omdat ze te zwaar waren om naar Europa te dragen.

 

 

Ach, misschien is heel deze woede uitbarsting ingegeven door het feit dat ik met mijn vrouw als verwende, luie West-Europese toerist op reis was aan de Rode Zee, in Egypte. We gingen daar ook een dagje naar Luxor, het vroegere Thebe, hoofdstad van Opper-Egypte, om daar piramides te spotten. Maar beste mensen, toen was ik nog niet bezig met mijn podcast en ik weet niet of u dat weet, maar in Luxor zijn prachtige gebouwen, standbeelden en obelisken teruggevonden. Later meer daarover. Maar helaas is het aantal piramides in Luxor gelijk aan: 0

 

Die zijn namelijk allemaal te vinden in Beneden-Egypte. Hoe dat komt? Buiten het feit dat zoals ik al zei piramides stelselmatig leeggeroofd werden en dus hun doel volledig voorbij schoten, waren ze ook enorm kostelijk. En dus wanneer het Oude Rijk ineenstort, en Egypte in tweeën breekt in de Eerste Tussenperiode, is er van piramides geen sprake meer.

 

Uiteindelijk herstelt Egypte zich rond 2000 v Chr in het Middenrijk. En jawel, ook daar waren er nog piramides, maar ze werden minder en minder majestueus. Een schrale schim van de prachtige bouwwerken van weleer.

 

 

In dat Middenrijk was het Thebe of Opper-Egypte (in het zuiden) dat de bovenhand had. Toch werden de piramides nog steeds gebouwd in het Noorden, omdat dat nu eenmaal de gewoonte was. In de de facto hoofdstad, Thebe het huidige Luxor, werden heel mooie dingen gebouwd, maar dus geen piramides. Het is maar dat u het weet.

 

 

Het verging Egypte niet zo slecht tijdens dat Midden-Rijk. Ten zuiden van Opper-Egypte bevond zich het koninkrijk Kush, in Nubië, waar zich heel wat goudmijnen bevonden. Door een strakke controle over dit gebied konden de farao’s hun alsmaar kleinere piramides toch nog vol steken met het kostbare edelmetaal. Er werden ook heel wat imposante forten gebouwd ter bewaking van de zuidgrens. Want het mag al duidelijk zijn dat elke farao geboren werd met een baksteen in zijn maag.

 

Het zal u waarschijnlijk niet verbazen, maar ook deze forten slaagden niet helemaal in hun opzet. Tja. Gelukkig zagen ze er langs buiten wel mooi uit.

 

 

Uiteindelijk was het Middenrijk een kort leven beschoren en rond 1800 brokkelt Egypte weer uiteen. Daar zijn waarschijnlijk vele verklaringen voor. In ieder geval zal het sowieso niet eenvoudig geweest zijn om de centralistische invloed over zo een groot gebied te bewaren. Vergeet niet dat we bijna 3-4000 jaar terug aan het gaan zijn in de tijd. Het is nog eens 1300 jaar wachten op het immense Perzische rijk.

 

Egypte is dan ook de eerste echte natiestaat, om nog maar eens een beladen term te gebruiken. Egypte was niet alleen een samengaan van Opper en Neder Egypte, maar ook van tientallen gemeenschappen die honderden kilometers van elkaar woonden. Staatkundig gezien moeten we bewondering hebben voor het feit dat dit rijk zo vaak als één geheel kon beschouwd worden.

 

Dat dit rijk doorheen haar duizendenjarige geschiedenis geregeld eens uit elkaar valt, is dan ook de normaalste zaak van de wereld.

 

Maar historici zoeken nu eenmaal graag naar oorzaken en als er dan ook nog eens een relatief sappige verklaring is voor de ineenstorting van het Middenrijk ga ik die hier ook niet achterwege laten.

 

Tegen het einde van het Middenrijk werden er door de Egyptenaren in het Noorden heel wat mensen met een semitische achtergrond uit de Levant naar de Nijldelta gehaald.

 

De Levant lag ten NO van Egypte, met de Sinaï woestijn als natuurlijke grens tussen de twee. Die zorgde voor een zekere afscheiding, maar het was op dat moment ook niet onmogelijk om deze te doorkruisen. En er waren ook nog altijd schepen natuurlijk.

 

Wat er ook van zij: die mensen uit de Levant brachten altijd maar meer en meer vrienden en familie mee. Ze werden door de Egyptenaren hyksos genoemd, wat zoveel betekent als vreemdeling.

 

Die hyksos werden dus vrijwillig naar Egypte gehaald, waarschijnlijk om daar te werken. Het bleven wel buitenlanders. Ook de Egyptische cultuur had een zekere xenofobische inslag, hoewel dat woord toen nog niet was uitgevonden.

 

Na een tijd kwamen er toch wat spanningen tussen de hyksos en de lokale Egyptenaren. Spanningen die later uitmondden in een regelrechte burgeroorlog die leidde tot de verovering door de hyksyos van Neder-Egypte in het Noorden. Het lijkt erop dat de hyksos konden vechten met ijzeren wapen en strijdwagens, iets wat niet ter beschikking stond van de Egyptenaren. Hoewel Egypte ongetwijfeld ook last had van interne verdeeldheid.

 

 

Opper- en Neder-Egypte waren opnieuw van elkaar gescheiden en ondanks de imposante forten scheurde ook het koninkrijk Kush zich opnieuw af van het geschenk van de Nijl.

 

De hyksos stichtten rond 1700 v Chr zelfs een eigen hoofdstad: Avaris. Heel even veroverden ze zelfs Thebe, maar uiteindelijk wonnen de Egyptische nationalisten het pleit. Na ongeveer 150 jaar werden de hyksos uit Egypte verdreven. Alsof ze een buitenlandse plaag waren en niet al 100’en jaren in het gebied woonden. Er vond een genocide plaats. Het is soms moeilijk om dit in historische boeken te lezen tussen al de neutrale woorden door, maar dat was het. Het uitmoorden en wegdrijven van iedereen die niet als “Egyptisch” werd beschouwd.

 

Avaris werd met de grond gelijk gemaakt en de vele geschriften die de semieten hadden achtergelaten, werden verbrand. Reden dat we nu zo weinig weten over deze boeiende periode, ook al hadden de hyksos een uitgebreide schriftelijke administratie. Een echte én een culturele genocide dus.

 

 

Tijd voor het Nieuwe Rijk dat ongeveer begint in 1550 v Christus. Piramides zijn dan wel volledig verleden tijd, maar het Egyptische rijk kan eindelijk beginnen stralen. Zeker nu het verlost is van die vervloekte buitenlanders. Eindelijk zijn het terug echte Egyptenaren die aan andere echte Egyptenaren kunnen zeggen wat ze moeten doen: namelijk, zich doodwerken ter meerdere eer en glorie van een kleine klasse geschminkt pipo’s aan het hof en in de religieuze tempels.

 

En dat Nieuwe Rijk, dat was me er toch eentje. Het klopt dat het Oude Rijk verantwoordelijk is voor de piramides en voor al die mooie goden, waaronder de zonnegod Ra, met zijn havikskop. Maar voor BE’s (Bekende Egyptenaren), moeten we toch vooral kijken naar dit Nieuwe Rijk.

 

Niet alleen zijn er maar liefst twee vrouwen die een hoofdrol opeisen. En dat is natuurlijk altijd een belevenis, zowel nu als in de oudheid.

 

Egypte was uiteraard een patriarchale samenleving, of wat had u gedacht. Maar toch gaat men ervan uit dat de vrouwen niet achter hoofddoeken verscholen moesten blijven in hun keuken, zoals dat bij de meeste Grieken wel het geval was.

 

En dat vertaalt zich dus in 2 vrouwen, die u misschien wel kent van naam. De eerste is Hatsjepsoet. Zij regeert eerst aan de zijde van haar man, farao Toetmosis II, om daarna volledig in eigen naam meer dan 20 jaar als farao aan het roer van Egypte te staan. Een ongelooflijke prestatie, waarbij moet worden opgemerkt dat zij zich vaak als man laat afbeelden. Om zo toch wat aanvaardbaarder te lijken voor haar landgenoten.

 

In het piramideloze Thebe heb ik een prachtige tempel van haar kunnen bezoeken. Een majestueus bouwsel, uitgehouwd in de rotsen. Want ook vrouwen konden zonder veel probleem megalomane bouwwerken op poten zetten, gebouwd met het bloed en zweet van de gewone Egyptenaar.

 

Nefertiti is de andere bekende vrouw aan het Egyptische hof. Zij is bekend geworden door een buste, waaruit zou moeten blijken dat ze een echte schoonheid was. Haar naam betekent dan ook niet voor niets: de mooie is gekomen.

 

Nefertiti is nooit farao geweest, maar was wel de echtgenote van farao Achnaton. En die Achnaton, dat was me een kapoeneboen.

 

Egypte had een heel pantheon aan duizenden goden, net als de Grieken en de Romeinen. Ra was de bekendste in het Noorden. Later kwam Amon op in het Zuiden. Maar er was ook Osiris, Isis, Seth en wie nog allemaal. Farao Achnaton besluit om wat orde in de chaos te scheppen en beval de aanbidding van nog maar één god, de Aten. Een soort zonneschijf, die meer dan waarschijnlijk daarvoor ook al aanbeden werd, naast al de andere goden.

 

Achnaton bouwt zelfs een hele stad, Amarna, gewijd aan de nieuwe cultus. Waarom, vraagt u zich af? Wel, aan de ene kant omdat absolute macht iemand kierewiet maakt, maar aan de andere kant vraag je je ook af: waarom niet? Was het zo gek om te proberen een plaats in de geschiedenis te veroveren? Deed niet elke farao dat? Misschien was het ook een machtsstrijd, tegen de soms intrigerende en te machtige hogepriesters. Of misschien geloofde hij oprecht in de Aten en vond hij het zijn religieuze plicht om de cultus van de Aten te verspreiden.

 

Wat er ook van zij, na de dood van Achnaton stellen de hogepriesters alles in het werk om het polytheïsme in ere te herstellen en dat lukte. Achnaton wordt opgevolgd door koning Toetanchaton, een kind dat onder de invloed was van de hogepriesters en nooit van groot belang zou geweest zijn. Ook niet wanneer hij de zonnegod Aten, vervangt door de Thebaanse oppergod Amon en Toetanchamon wordt.

 

Zijn graf is één van de weinige dat niet door lokale padvinders, maar wel door Angelsaksische boeven werd leeggeroofd. Reden dat Toetanchamon wereldberoemd is geworden. Zijn graf zit vol met goud en onschatbare artefacten. Het geeft ons een blik op wat er in andere graftombes moet gestoken hebben. Eigenlijk mogen we blij zijn dat al dat kostbaars werd geroofd uit de graven van de farao’s zodat het werd geherinvesteerd in de lokale economie, eerder dan dat het ter meerdere eer en glorie van onze westerburen in het British Museum had worden bewaard.

 

 

Niet veel later, in 1300, komt Ramses II aan het roer, ook wel eens Ramses de Grote genoemd, hoewel dat voor mij een tikkeltje overdreven is. Hij regeert bijna 70 jaar over Egypte en kan zo zijn stempel op het rijk drukken. Want dat was het ondertussen wel geworden: een echt rijk dat zich uitstrekte, niet alleen over Kush en Nubië in het Zuiden en Libië in het westen, maar ook over de gehele levant, tot aan Anatolië.

 

Helaas, aan elk mooi verhaal komt een einde, en als u goed heeft opgelet in het verleden zal de brandcatastrofe, of de Bronze Age Collapse, mee het definitieve einde van Egypte als machtig rijk inleiden. Ramses III vecht nog heroïsch tegen de Zeevolkeren, maar noch hij nog noch de 8 Ramsesen die volgen kunnen het tij keren.

 

En als u nòg beter heeft opgelet weet u dat Kambisess II en zijn Perzische volgelingen in 525 Egypte onderwerpen, nadat ze voordien al door de Assyriërs onder de voet zijn gelopen.

 

Vlot loopt het niet altijd tussen Egypte en de Perzen en tot tweemaal toe raakt de koning der koningen zijn rijk in het zuidwesten kwijt. Het is Nectanebo II die de twijfelachtige eer heeft de laatste echte Egyptsiche farao te zijn, wanneer hij in 343 de macht terug verliest aan Artaxerxes II.

 

 

Er wordt later gespeculeerd dat Alexander een zoon zou zijn van deze Nectanebo II, maar dat is, naast een handige overgang naar onze verhaallijn, uiteraard belachelijk propagandamateriaal.

 

 

 

Ziezo, we zijn er terug. Alexander is weder gekeerd in onze podcast en dit na zijn succesvolle belegering van Gaza.

 

 

Eerst moet de Sinaï woestijn overbrugd worden en dit gebeurt door zoveel mogelijk langs de kust te wandelen, om de bevoorrading in het hete zand op peil te kunnen houden.

 

Zo komen Alexander en zijn troepen aan in Pelusium aan het uiterste Oosten van de Nijldelta. Veel tegenstand ondervindt onze Basileus niet. Zoals reeds gezegd was Egypte 20 jaar geleden nog onafhankelijk. Haar bewoners hebben dan ook weinig zin om te sterven voor de Perzische eer. Als u zich afvraagt waarom ze de ene overheerser inruilen voor de andere, verwijs ik u met veel plezier naar aflevering 14, dat overvloedig uiteenzet welk leger Alexander ter beschikking had.

 

 

Het moet een verademing geweest zijn, zo eens niet met de dood op de loer strijden op onbekend terrein en dus bevindt onze Macedonische held zich in een opperbeste bui. Hij kondigt festiviteiten aan en investeert zelfs in de krakkemikkige Egyptische tempels. De hogepriesters kunnen alleen maar gelukkig zijn. De Macedoniërs kunnen zich vergapen aan krokodillen, nijlpaarden en allerhande vreemde vogels

 

Alexander offert zelfs aan de Apis stier, de stier die door Kambisess II zogezegd nog zou zijn doodgestoken, weet u nog?

 

Het lijkt erop dat Alexander Herodotes goed heeft gelezen, hoewel ook hij de eeuwenoude fout lijkt te maken door lokale gebruiken door zijn eigen helleense bril te zien. Zo offert hij niet alleen aan de Apisstier, maar plan hij ook een trip naar de oase van Siwa, waar een orakel is van Zeus-Amon. Amon was een Egyptische god die vooral in Thebe en het zuiden populair was. Minder in het Noorden, waar zonnegod Ra oppermachtig was en waar de Macedonische invloed het grootst is. Het was dus beter geweest om ook de havik Ra een paar graantjes te laten meepikken.

 

 

Het orakel van Zeus Amon is een vreemdsoortig Grieks-hellenistisch mengsel. Er zijn twee orakels die met elkaar verbonden zijn, één in de Libische woestijn, ten Westen van Egypte, in Siwa, en 1 op het Griekse vasteland. Vandaar dat de beide goden met elkaar verbonden zijn.

 

 

Vol goede moed trekt Alexander na zijn plichtplegingen dan ook door naar Siwa, vol door de Libische woestijn. Deze woestijn wordt gekenmerkt door verwoestende zandstormen die in één vingerknip ervoor kunnen zorgen dat reizigers hun weg volledig kwijtraken. En dan zwijg ik nog over wat een woestijn echt verschrikkelijk maakt: verzengende hitte.

 

 

Het is bijna Alexander zijn doodsvonnis. Enkel dagen voor ze de oase van Siwa hadden moeten bereiken, raakt zijn lokale gids de weg kwijt. Uiteindelijk zijn het enkele kraaien die onbedoeld onze avonturiers de weg wijzen. Hoewel sommige auteurs het hebben over pratende slangen. Ik ga mij bij de eerste versie houden.

 

Zo komt Alexander aan in Siwa. Het moet een prachtig zicht geweest zijn. Een groene oase omringd door zand. Hier staat het befaamde orakel van Zeus-Amon.

 

Wat Alexander aan het orakel vraagt is niet helemaal duidelijk, maar uiteraard is er speculatie genoeg. Om te beginnen spreekt de hogepriester van het orakel hem aan als “zoon van God”, hoewel er hier meer dan waarschijnlijk sprake is van een simpele verspreking van iemand die de Griekse taal niet machtig was. Het is mogelijk dat de priester “o paidios” uitriep, wat inderdaad zoon van God betekent, maar dat hij gewoon “o paidion” bedoelde: mijn zoon.

 

Alexander laat het zich graag welgevallen. En wanneer hij daarna vraagt of alle moordenaars van zijn vader gestraft zijn, zou het orakel hem antwoorden dat hij de vader van Zeus is.

 

Wat moeten we hier allemaal mee?, Waar of niet waar? Wie zal het zeggen. Het lijkt wel zeker dat Alexander meer en meer zichzelf als een god gaat beschouwen, na zijn doortocht in Egypt. Waaraan dat ligt, is een andere kwestie. Het kan zeker dat hij ergens beïnvloed werd door de Egyptische cultuur, waar de farao een bijna goddelijke status heeft. In dat opzicht zou het zelfs niet vreemd zijn als het orakel hem als god aanspreekt. Die uitspraak kan een veruitwendiging zijn van Egyptische gebruiken, maar evenzeer van gortdroge berekening van de hogepriesters om op die manier meer geld uit Alexander zijn zakken te slaan.

 

 

Of het kan dat Alexander langzaam echt denkt dat hij van Zeus, Achilles en Hercules afstamt, nadat hij veldslag na veldslag wint, talloze zwaardslagen en pijlinslagen overleeft, monstrueuze bouwwerken tevoorschijn tovert en zelfs wordt geholpen door pratende slangen in de woestijn.

 

Zou dat niet elke 24-jarige een klein beetje gek maken? is het niet makkelijker om door het leven te walsen, wanneer men ervan overtuigt is dat men onsterfelijk is? Zoon van een God?

 

 

Ach, wie zal het zeggen. Er wordt wel meer geschreven en gepalaverd over wat er allemaal gebeurt. Zo zou Alexanders moeder, haar zoon een brief sturen, waar van niemand de inhoud kent, maar ze wel zou bevestigen dat hij de zoon van een god is.

 

En ook Darius stuurt Alexander een brief waarin hij Alexander de helft van zijn rijk aanbiedt. De helft die hij al in zijn bezit heeft.

 

Wanneer Alexander aan zijn krijgsraad vraagt wat hij zou moeten doen, antwoordt oude rot Parmenion: Ik zou dit aanbod aanvaarden als ik Alexander was

 

Ik ook, als ik Parmenion was, antwoordt de jonge koning.

 

Die zit, zou ik zo denken, hoewel dit eigenlijk zeer goed advies was van Parmenion. Het was perfect mogelijk om de op dat moment veroverde gebieden onder één koninkrijk te besturen. Verder uitbreiden naar het Oosten, voorbij de Tigris, daar zal niemand na de Perzen ooit nog in slagen. Op een zeer korte periode onder keizer Trajanus in de tweede eeuw na Christus na. Het is gewoon onmogelijk om al die natuurlijke barrières en onafhankelijke volkeren onder één dak te krijgen. De tijd van het grote Perziche rijk is definitief voorbij. Als dat geen impliciet eerbetoon is aan de Achemenidische heersers, dan weet ik het ook niet meer.

 

 

Maar Alexander slaat dit goed advies vol in de wind. Zoals de meester jonge snaken zouden doen. Zeker wanneer ze zichzelf een goddelijke status aanmeten.

 

Gelukkig maar, of onze podcast zou hier bijna eindigen.

 

Maar dat gebeurt dus niet. En nadat Alexander terug is gekeerd naar de Nijl, besluit hij om zich nog maar eens van zijn beste kant te tonen. Hij richt voor de 2e keer een stad op. Niet Alexandropolis genoemd, zoals de vorige keer, maar het begin van een ellenlange reeks Alexandriës. En dit wordt niet alleen de eerste, maar ook de meest bekende.

 

Op een niet dichtbevolkte plaats aan het oosten van de Nijldelta groepeert hij een aantal kleine nederzettingen en geeft aan zijn architect aan waar en hoe hij zijn Alexandrië uit de as wil zien rijzen.

 

Wanneer het krijt om de jawel krijtlijnen van de stad uit te tekenen op is, gebruikt hij op een bepaald moment bloem en wanneer de vogels dit komen opeten, geeft zijn huisprofeet Aristander hem aan dat dit een goed teken is.

 

En gelijk zal die Aristander hebben: Alexandrië wordt één van de prachtigste en grootste steden aan de Middellandse Zee. En dit tot aan het eind van het West- en Oost-Romeinse rijk toe.

 

En vóór die tijd zal het eeuwenlang een bakermat zijn van hellenistische cultuur wanneer tientallen ptolemeis en Cleopatra’s als Griekse indringers met een Griekse elite heersen over een lokale Egyptische bevolking.

 

 

Maar zoveel voorspoed is nu ook weer niet de bedoeling, want de Nijl geeft en de Nijl neemt. De jongste zoon van Parmenion, Hector, verdrinkt in de machtige rivier, wanneer hij met een bootje van Papyrus op de rivier vaart om wat nijlpaarden en krokodillen te spotten.

 

 

We eindigen ons Egyptologisch verhaal dus met een sombere noot. Spijtig, na duizenden jaren vol piramides, schmink, buitenlandse indringers, Hatsjepsoet, en Ramses de Grote. En een aflevering waarin Alexander echt een god wordt, of toch minstens een zoon van. Dat is althans wat niet alleen een slecht Griekssprekende priester hem meedeelt, maar ook het orakel van Siwa én zijn moeder.

 

En als hij dan ook nog eens Parmenion op geniale wijze verbaal riposteert én een stad bouwt genoemd naar de zoon van een God. Welja, dan voelt het toch wat wrang om dit luisterspel af te sluiten met de dood van een jong kind.

 

Laat ik er hier dan nog één onbetekenende anekdote aan toevoegen. Want wist u dat de Egyptenaren verschillende schriften hadden, naast het hiërogliefenschrift. En dat ze in het zwart schreven voor gewone saaie zakelijke dingen, en in het rood voor goddelijke en belangrijkere gebeurtenissen. En dat dat veel kalenders tot op vandaag deze duizend jaar oude Egyptische gewoonte hebben overgenomen, wat de reden is dat zon- en feestdagen op onze scheurkalenders in het rood staan en de overige dagen in het zwart?

 

 

Ach, zelfs duizend anekdotes over het oud Egypte kunnen het leed van een vader die zijn zoon ziet sterven niet verzachten. Dus laat ik hier maar stilletjes afronden, ruimte latend aan iedereen die heeft moeten meemaken hoe hij of zij diens eigen kind heeft overleefd.

 

Want of het nu de kinderen zijn die in vredestijd hun ouders begraven, of de ouders die hun kinderen de laatste groet brengen in oorlogstijd. Onnoemelijk leed veroorzaakt het altijd.

 

 

 

Slaap zacht.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.