Transcriptie aflevering 8

Gepubliceerd op 15 januari 2022 om 10:47

Dag iedereen en welkom bij de wonderlijke avonturen van Alexander, een podcast over het leven en de geschiedenis van koning Alexander III van Macedonië, in het Grieks beter bekend als Alexander ho Megas.

 

 

Ziezo: ik ben er weer. Snel zeggen dat opmerkingen en vragen gestuurd mogen worden naar info@alexanderdegrote.info en een review achterlaten op Apple Podcasts of op een andere podcast verdeler wonderen kan doen.

 

Aflevering 8 en we gaan er direct in vliegen, in het tweede deel van deze dubbelaflevering, met als titel: de Argeadische dynastie van Perdiccas II tot Perdiccas III

 

Gewoon nog een heel kleine rechtzetting: vorige keer sprak ik over de Via Egnetia, dat moest de Via Egnatia zijn. Mijn excuses.

 

 

We behandelen twee onderdelen vandaag: eerst ga ik een korte niet al te zware culturele analyse maken van oud-Macedonië om dan verder te gaan met de Argeadische koningslijn na Alexander I die we in 460 hebben achtergelaten met een Macedonisch koninkrijk op volle sterkte.

 

 

Maar we starten met een korte, niet al te gedetailleerde inkijk in het Macedonië van de 5e – 4e eeuw voor Christus.

 

Hoe zag het leven er toen uit? En in welke mate verschilde dit van het leven van de Grieken in hun stadsstaten of poleis?

 

Om met dat laatste te beginnen, Macedonië was een koninkrijk, geen oligarchie of democratie, zoals Athene of Thebe.

 

Het was geen stadsstaat waardoor de koning een veel centralere rol speelde, en niet het volk of een kleine groep aristocraten. Er was wel een soort raad van edelen, maar het lijkt erop dat deze geen rol speelde onafhankelijk van de koning. Edelen kregen macht toebedeeld van de koning. Hoewel een koning er uiteraard best voor zorgde dat hij de elite van het rijk gelukkig hield. Een troonpretendent in de vorm van een neef of halfbroer lag altijd op de loer, zoals we later in deze aflevering zullen zien.

 

Er zijn aanwijzingen dat deze raad van edelen besliste wie koning werd, maar erg formalistisch of determinerend moeten we dat niet bekijken. Het was niet zoals de Atheense volksraad of de organen van andere liga’s en verbonden die wel bindende beslissingen namen.

 

Later zal ook de groep van hetairoi ontstaan, wat zoveel betekent als compagnon of metgezel. Dit was een groep van officieren die het dichtst bij de koning stond. Maar ook hier had deze groep geen aparte beslissingsmacht en verkregen zij hun macht van de koning. En niet omgekeerd.

 

 

Er lijkt één constante in dit alles: de koning moest een Argeade zijn. En een man uiteraard. Voor de rest was er veel mogelijk. Er was geen geschreven grondwet of iets dergelijks, maar het kan niet anders dan dat er een geheel van gewoontes en gebruiken was dat een rol speelde in de erfopvolging van de koning. Anders had het Macedonische koninkrijk nooit een dergelijk relatief stabiele overgang van koning tot koning kunnen opleveren.

 

 

Zeker in het begin van het koninkrijk was het leven in Macedonië een stuk eenvoudiger en landelijker dan in de grote stadsstaten zoals Athene, Thebe of Sparta. De mensen leefden als landbouwer of  geitenhoeder in de Macedonische vlakten en bergen in dorpen en gehuchten. In Hoog-Macedonië zullen zeker nog nomadische stammen hebben geleefd, hoewel dat minder en minder werd naarmate de Argeadische macht een meer en meer centraliserend effect had.

 

Mettertijd ontstonden er ook steden, zoals Aegae, de oude hoofdstad, Pella, de nieuwe hoofdstad en Dion.

 

De elite was sterk gehelleniseerd of minstens was dat een proces dat sterker werd naarmate de interactie met de Griekse stadsstaten groter werd.

 

Ze spraken of verstonden niet alleen Grieks, de Griekse cultuur was ook aanwezig in vele bouwwerken in Oud-Macedonië. De godsdienst in Macedonië was sterk verwant met de Griekse. Vele Griekse goden, zoals Zeus, voorganger van de Argeaden, werden ook in Maceonië aanbeden, aangevuld met een hele resem lokale goden. De cultus van Dyonisus werd er ook beleefd, iets waar de moeder van Alexander de Grote een fervente aanhanger van zal zijn.

 

Koningen werden begraven in tombes. Belangrijke tombes zijn teruggevonden in Aegae, het huidige Vergina. Men vermoed zelfs dat men hier de beenderen van Filip II heeft teruggevonden.

 

Zoals steeds in de oudheid moet het leven hard zijn geweest. Laag-Macedonië was een gebied waar malaria waarschijnlijk welig teerde, net als tientallen andere ziektes. Kindersterfte was eerder regel dan uitzondering.  Maar ook in Hoog-Macedonië kan men het leven meer dan waarschijnlijk niet beschrijven als zijnde dolle pret.

 

Het leven was hard voor de edelen, maar zonder enige twijfel nog harder voor de gewone Macedoniër.

 

Macedonië was een kruispunt van oost naar west en noord naar zuid en dus ook een ontmoetingsplaats tussen vele werelden. Dat levert zelden een vredevol tafereel op en dat was in Macedonië niet anders. Vele dorpen, boerderijen en mensen zullen gesneuveld zijn in de oorlog tegen de Perzen, de Ylliriërs, Atheners, Thraciërs en wie nog niet allemaal.

 

Maar het lijkt er wel op dat de meeste gebieden zelfvoorzienend waren en dat ze gespaard zijn gebleven van zware hongersnoden. Dat is toch al iets.

 

Iets zegt me soms dat het daar allemaal wel meeviel, maar dat ligt gewoon aan het feit dat we bitter weinig weten over wat de gewone Macedoniër allemaal meemaakte.

 

De schaarse bronnen beschrijven in het beste geval het leven van de absolute toplaag van de samenleving en die schrijver kon uiteraard lezen en schrijven, wat betekent dat hij niet echt arm kon zijn.

 

De arrogante en elitaire houding die filosofen als Socrates, Plato of Aristotels tentoon spreiddden, kan alleen maar betekenen dat de elite zich ver verheven voelde boven het gewone volk. Geschriften die bewaard zijn gebleven zijn dan ook doordrongen van die gedachte.

 

Zo stelt de Atheense historicus Thucidides in zijn Melische dialoog dat de Atheners in hun recht zijn om de Melische bewoners die niets hebben fout gedaan, te veroveren en te vermoorden, omdat dat nu eenmaal de natuurwet is. De wet van de sterkste. Een doorgedreven macchiavellisme dus. Mensen uitbuiten en uitmoorden is niet enkel moreel toegestaan, maar zelfs moreel correct. Een vrij triestige levensbeschouwing als u het mij vraagt.

 

Maar genoeg over de gewone boeren en werklui die bij bosjes werden vermoord en verkracht. Laten we het hebben over de toplaag, waartoe Alexander de Grote en zijn vader behoorden. Want over hen weten we al veel meer. Hoe was hùn leven?

 

Wel, ik stel me bij heel deze samenleving iets middeleeuws voor. De boeren ploegden op hun akkers en moesten de grillen van hun meesters ondergaan, terwijl koningen en edelen zich vol vraten, liters wijn binnenkapten, orgieën hielden met de plaatselijke bevallige deernes en met hun zatte botten op wilde beesten gingen jagen.

 

 

En tot op zeker niveau klopt dat beeld ook. Er zijn weinig tekenen dat er zich in Macedonië revolutionaire opstanden voordeden, maar dat betekent niet dat de bevolking niet werd uitgebuit. Revoluties komen meestal pas tevoorschijn wanneer het brood op is. Of de cake en brioche natuurlijk. Op dat vlak zat het wel snor, waardoor de edelen zich wel wat konden permitteren.

 

 

En dat deden ze ook. Te beginnen met hun alcoholverbruik. Want ga opzij Engelse, Duitsers en Belgen, want tegen de Macedoniërs, daar kon niemand tegen op.

 

Deze mannen konden drinken. De Macedoniërs waren berucht omdat ze hun wijn onverdund dronken en niet aanlengden zoals hun Griekse zuiderburen. Hiervoor keken de Grieken echt neer op de barbaarse Macedoniërs.

 

Dit moeten echt braspartijen zijn geweest, waar men zich af en toe letterlijk doodzoop. We zullen nog genoeg van dergelijke momenten tegenkomen als we het over Alexander de Grote hebben. Ik ga hier nog niet teveel verklappen, maar Alexander zal na een notoir drinkfestijn 2 dagen en nachten zijn roes uitslapen.

 

Naast drinken zal er ook wel goed gegeten zijn geweest, maar daar hebben we minder concrete voorbeelden van. Als u wel dergelijke voorbeelden wil, raad ik u het boek de Bourgondiërs aan van Bart Van Loo. Die mensen konden vreten! Ik denk dat het er bij de Macedonische koningen iets zuiniger aan toe ging, gewoon omdat de surplus aan beschikbaar eten waarschijnlijk beperkter was. Maar hier ben ik wat in het rond aan het speculeren, dus negeer dit maar.

 

 

Tenslotte komen we aan bij de jacht. Jagen was een belangrijke bezigheid en een moment waarop koningen en edelen hun moed en kracht konden tonen. Want als u aan jagen denkt, denk dan niet aan een 60-jarige pipo met een groen hoedje, hoge laarzen, een buskus geweer en een speurhond. Enkel die laatste zou erbij geweest zijn in Macedonië.

 

 

Want jagen in de oudheid, dat was toch iets anders. Men joeg op echt wild, geen uitgezette fazanten of wilde eenden. Jagen was in die tijd geen laffe moord op weerloze dieren.

 

Want, als u ooit het plezier hebt gehad om een wild everzwijn te zijn tegengekomen, dan weet u dat dit geen lieverdjes zijn. En dat was nog het minste. Beren, wolven en zelfs leeuwen waren tegenstanders die zonder aarzelen een mens in twee scheurden.

 

Bij het jagen werden speren en pijlen gebruikt, maar een moment van onoplettendheid kon de dood betekenen. Een Macedonische edele die tegen volle snelheid op zijn paard achter een everzwijn joeg en plots werd aangevallen door een beer of een ander everzwijn kon in de lucht worden gekatapulteerd. Van stijgbeugels was geen sprake.

 

Er moeten geregeld doden zijn gevallen tijdens jachtpartijen en we komen vandaag zelfs nog een koning tegen die waarschijnlijk het leven lieten tijdens een jachtongeluk.

 

 

Jagen was dus een dodelijke sport, wat uiteraard ook het aanzien van een goede jager verhoogde. Zo was er blijkbaar de gewoonte dat een Macedonische edele tijdens een banket niet achteruit mocht leunen, maar rechtop moest zitten, totdat hij zonder net een wild everzwijn had gedood. Vergelijk het met de gewoonte dat een Macedonische jongen een koord moest dragen rond zijn middel tot hij zijn eerste tegenstander had gedood. Die waren er gelukkig genoeg, everzwijnen waren soms moeilijker te vinden.

 

 

Naast het jagen waren er ook de zogenaamde symposia, waar de edelen samenkwamen om te drinken, te eten en. Wel, de liefde te bedrijven is niet meteen de term met de meest correcte connotatie in dit geval, maar u begrijpt waar ik naartoe wil.

 

Deze symposia waren dan ook een stuk bruter dan de Atheense symposia, waar de wijn verdund was met water, hoewel ook in Athene op het einde van de avond de nodige prostituees werden aangevoerd. Vrouwelijk én mannelijk, want net als in Macedonië was dat geen probleem. Maar dat is iets wat ik mogelijks zal bespreken als we het gaan hebben over Alexander en zijn “ahem” beste vriend Hefaistion.

 

Het grote verschil tussen de Atheense en Macedonische symposia was dat het in Athene er een stuk rustiger aan toe ging en er vaak ook werd gefilosofeerd over de zin van het leven en dergelijke. In Macedonië was het allemaal iets ruwer. Het was iets meer de oermens die naar boven kwam. Minder geciviliseerd.

 

 

Maar vergis u niet, de Macedonische edelen waren wel degelijk cultureel onderlegd en hadden een opvoeding genoten waar er plaats was voor filosofie, krijgskunst, literatuur en andere schone kunsten.

 

Niet iedereen had Aristoteles als leermeester, zoals Alexander de Grote, maar ook Filip II sprak ongetwijfeld meerdere talen en zal een opleiding hebben genoten die voor bitter weinig anderen was weggelegd.

 

Vele koningen nodigden bekende kunstenaars uit naar het Macedonische hof in Pella. Euripides bijvoorbeeld verbleef jaren aan koninlijke hof, net als onze goede vriend Herodotes of Aristoteles.

 

 

Een gevoel van eenheid en samenhorigheid waar bovenstaande activiteiten konden plaatsvinden werd onder meer gecreëerd door het page-systeem, waarbij jonge edelen vanuit het rijk naar het hof kwamen om daar samen met de kroonprinsen te worden onderwezen. Vele van deze jonge edelen waren ongetwijfeld een soort gijzelaars die ervoor moesten zorgen dat hun vaders in het gareel liepen, maar het zorgde er vaak wel voor dat er een band ontstond tussen de uiteindelijke koning en de toekomstige toplaag. Dit systeem zal zich vooral ontwikkelen onder Filip II, wanneer hij erin slaagt de verschillende stammen van Hoog en Laag Macedonië te verenigen.

 

 

Drinken, eten, jagen, vechten en daarnaast ook wat filosoferen met Aristoteles over de zin van het leven. Er zijn ergere plaatsen om op te groeien als u het mij vraagt. Ik zou geen Macedonische boer geweest willen zijn, maar een Macedonische edele, waarom niet. De ruwe aantrekkingskracht van een leven aan het hof in Pella, het heeft iets.

 

Hoewel, de dood loerde overal om de hoek. Ook voor de koning. Niet alleen waren er de gebruikelijke ongelukjes en moordpartijen vanwege jaloerse halfbroers, maar van de Macedonische koning werd ook verwacht dat hij mee voorop streed, samen met zijn manschappen. Het heroïsche beeld van de koning als legerleider die voorop ging in de strijd, was niet gelogen. Daarin verschilden de Macedoniërs van de Perzen, waar de koning veilig achter het strijdgewoel werd gehouden. Nog iets waarom de Grieken de Perzen als lafaards beschouwden.

 

Zowel Filip als Alexander zullen meerdere malen op het nippertje aan de dood ontsnappen en zo maar op het nippertje een abrupt einde van de strijd vermijden. Want als de koning stierf, was de oorlog snel voorbij.

 

Maar ook dat heeft een zekere aantrekkingskracht, dat vooraan meedoen in een strijd op leven en dood.

 

Nu goed, van achter een laptop aan een keukentafel, achter een raam dat uitkijkt op een doordeweekse Vlaamse tuin, heeft alles wel een zekere aantrekkingskracht. Zolang ik maar niet echt achter een woeste leeuw moet aanlopen met niet meer dan een speer in mijn hand. Of moet afstormen op een bende Ylirische ruiters die met hakbijlen klaarstaan om mij in mootjes te hakken.

 

 

 

Oh ja, er waren ook nog vrouwen. Dat kan niet anders. Daar over weten we niets, tenzij ze een rol speelden aan het hof. Dan waren het gemene feeksen. Of als prostituee of muze van bijvoorbeeld Alexander de Grote. Dan was ook duidelijk waar ze goed in waren.

 

Hoewel we hier toch een kleine pluim moeten geven aan Macedonië, waar de toplaag van vrouwen, koninginnen bijvoorbeeld, wel degelijk een zekere rol konden spelen. We zullen het later in deze aflevering nog hebben over Euridicy, de grootmoeder van Alexander de Grote. Veel was het allemaal niet, maar in vergelijking met Athene waar vrouwen gesluierd moesten rondlopen en diep werden weggestopt, was het tenminste iets. Zeker wanneer de koning en zijn gevolg ver weg ging vechten, werd het hof de facto gerund door de vrouwen die achterbleven.

 

 

Tot zover een beperkte impressie van het Macedonië van de 5-4e eeuw voor Christus. Dan gaan we nu terug naar onze tijdslijn.

 

 

 

Zoals we in de vorige aflevering zagen was het dit net beschreven Macedonië dat Alexander I naar een eerste hoogtepunt leidde door zich los te rukken van de Perzische heerschappij. Alexander de filhelleen verenigde in 460 v Chr Hoog en Laag Macedonië en sloeg zelfs zijn eigen munten.

 

Helaas zal zijn zoon Perdiccas II er niet in slagen om het koninkrijk bijeen te houden.

 

Maar we gaan te snel. Alexander I sterft rond 450 v Chr, maar het zal minstens 20 jaar duren, vooraleer Perdiccas II stevig op de troon zit. 20 jaar die hij ongetwijfeld beter had kunnen besteden dan een dynastieke machtsstrijd voor de Macedonische kroon.

 

 

Alexander I heeft namelijk 5 zonen en net als in Perzië was er geen automatisch recht van de eerstgeborene. De oudste zoon had een streepje voor, maar op zich kon elke man die Argeadisch bloed had en zijn kracht kon tentoon spreiden, had kans om de troon te bemachtigen. Zeker wanneer de kroonprins nog te jong was, was het koekenbak.

 

Wanneer Alexander I sterft, zou zijn koninkrijk verdeeld zijn geweest onder 3 van zijn 5 zonen, maar dat lijkt hoogst twijfelachtig. Zo groot was het gebied ook niet dat Alexander I controleerde. Het lijkt er eerder op dat het lange tijd onduidelijk was wie nu precies heerste over Macedonië en welk gebied door wie werd gecontroleerd.

 

Naast Perdiccas, zijn er dus zijn broers, met name de oudste van allemaal Alcetas, die heerstt als Alcetas II en prins Filip die weliswaar enkel prins zal blijven en nooit de titel koning zal dragen. Dit in tegenstelling tot onze eigenste koning, hier in ons Belgenland.

 

 

Alcetas II zou vermoord zijn geweest door een zoon van Perdiccas II, met name Archeleus I die later dus zelf koning zal worden.

 

 

Dit is een verhaal dat we kennen van Plato, en het is hoogst onzeker of dit echt klopt. Ik heb eerlijk gezegd geen hoge dunk van Plato, een notoire seksist, racist en anti-democraat.

 

Wat er ook van zij, rond 430 lijkt Perdiccas II de enige echte Macedonische koning te zijn en zit hij op de troon. Een wankele troon helaas. Zijn broer Filip leefde nog, net als twee andere broers, wat impliceert dat de gieren klaar staan om Perdiccas zijn plaats in te nemen.

 

 

 

Perdiccas II zal langs alle kanten belaagd worden en als u zich afvraagt hoe dit komt, heb ik één belangrijk antwoord voor u: de Peloponnisiscche Oorlog, oftewel de Griekse burgeroorlog tussen Athene en Sparta.

 

Deze oorlog zal heel het Griekse vasteland in brand steken, waardoor elke polis zal vechten voor elke morzel grond. Helaas behoort het Macedonische grondgebied daar ook toe en al zeker grensgebied Chalkidiki. De oorlog zal zelfs starten in dit schiereiland, met name in Potidaea.

 

 

 

De oorlog zal een triestig schouwspel worden met Macedonië als lijdend voorwerp, hoewel Perdiccas II op geregelde tijdstippen best een actieve rol speelt.

 

Onze bronnen schetsen niet bepaald een fraai beeld van Perdiccas in dit theaterstuk. Niet alleen is hij het die Potidaea heeft aangezet om zich te verzetten tegen Athene en hun Delische Liga, maar hij zal ook om de vijf minuten van bondgenoot wisselen. Verdragen die met hem worden gesloten zijn niet meer dan een vodje papier. Een echte flipflopper, een leider zonder ruggengraat of moraliteit.

 

 

Want we zijn zeer goed op de hoogte van wat er zich allemaal heeft afgespeeld tijdens deze Peloponnesische oorlog.

 

Herodotes zegt u? Wel, Herodotes zal niet komen kijken, want die is lang dood. Bijna begraven, met name rond 420 v Christus. Zonde.

 

Maar niet getreurd, het is tijd voor zijn opvolger. Eindelijk iemand met een meer pro-Macedonische invalshoek misschien?

 

Neen, we zullen het moeten doen met Thucydides, een Atheense generaal die wordt verbannen omdat hij Amphipolis niet kan veroveren en dan maar besluit om een boek te schrijven.

 

En die Thucydides zal ondanks zijn verbanning een Athener en Griek in hart en nieren blijven. Hij is trouwens de man die ik eerder deze aflevering heb vermeld als zijnde de man die het in zijn Melische dialoog niet meer dan normaal vond dat de sterkste stadsstaat overging tot moord en verkrachting, omdat hij nu eenmaal de sterkste was.

 

Want Perdiccas zal inderdaad niet 1, 2, maar meerdere malen zijn woord breken en een nieuwe alliantie stichten met een andere bondgenoot

 

Maar als er nu één bevolkingsgroep is, die op dat vlak werkelijk beter hun mond zou houden, dan zijn het wel de Atheners en de Grieken die meevechten in de Pel. Oorlogen en hun nasleep. Deze oorlogen zijn werkelijk prachtige staaltjes van opportunisme, macchiavellisme, bedrog en roekeloze realpolitik. Een complete negatie van enige vorm van moraliteit. De pot is in dit geval een stuk zwarter dan de ketel.

 

Het is ook leuk om te merken dat Thucydides vindt dat Athene gerechtigd is om de zwakkere medemens uit te moorden, maar wel vindt dat een Macedonische koning niet mag liegen. Een kwestie van prioriteiten vermoed ik.

 

 

We kunnen het Perdiccas dan ook niet kwalijk nemen dat hij meermaals meedeint op de Griekse golven van woordbreuk en onderdrukking. Ik ga u hier een uitvoerig overzicht besparen, maar wil u wel de kern meegeven.

 

Perdiccas is uiteraard vooral bezorgd om zijn nabije grenzen, met Chalkidiki als één van de speerpunten. Spijtig genoeg ook een gebied dat gegeerd is door Athene en haar Delische Liga. Perdiccas II tracht meermaals om de Chalkidische steden tot opstand tegen Athene te bewegen en geeft zelfs Macedonisch land aan de stadsstaten van de Chalkidiki om Athene te pesten. Dit zal er voor zorgen dat de macht van de stadsstaat Olynthus exponentieel groeit. Een probleem dat later zeker nog ter sprake zal komen.

 

 

Daarnaast is er Amphipolis, dat net boven Chalkidiki lag en een nieuwe Atheense kolonie was. Maar ook de ThraciËrs met hun Odryssische koninkrijk en de stammen in Hoog-Macedonië roeren zich.

 

 

Perdiccas II zal na enige tijd Athene inruilen voor Sparta en de hulp inroepen van de Spartaanse generaal Brasidas.

 

Thucydides beschrijft hierover een heerlijke episode waarbij Perdiccas en Brasidas een usurpator in Hoog-Macedonië willen verdrijven. Beide heren wachten op Ylirische troepen om de fatale slag toe te brengen. De Ylirische troepen verraden echter Perdiccas en sluiten zich aan bij de stammen van Hoog-MAcedoniË. De Macedonische troepen vluchten ’s nachts in paniek weg zonder Brasidas en zijn Spartaanse hoplieten te waarschuwen. Zij slagen er enkel in om te ontsnappen door hun strakke discipline en geoefende gevechtsstijl. Uit wraak plunderen ze dan maar de Macedonische boerderijen die ze tegenkomen.

 

 

In dit verhaal zien we op prachtige wijze hoe de vooringenomenheid van historici werkt. Brasidas is geen Athener, maar wel een Griek en dus nobeler en heldhaftiger dan Perdiccas II. Nog lager staan de Yliriërs die helemaal niet te vertrouwen zijn. Iets wat uiteraard met veel plezier door een Macedoniër zou beaamd worden, mochten er geschriften van hen bewaard gebleven zijn.

 

Want eigenlijk blijkt uit heel dit verhaal en uit heel de Pel Oorlog, dat niemand te vertrouwen is. en ik zeg wel vaak dat de Yliriërs of andere stammen de Macedoniërs en hun grondgebied binnenvielen, maar wie zegt er eigenlijk dat dit grondgebied van de Macedoniërs was en niet van de Yliriërs?

 

Waren het niet de Macedoniërs die als eerste hun buren hebben aangevallen om land in te palmen en verdedigden de Yliriërs niet gewoon hun eigen grondgebied?

 

Heerlijk toch, hoe oorlog het slechtste in de mens naar boven haalt, maar vooral dat achteraf iedereen vindt dat hij toch net ietsje beter of ethischer was dan de tegenpartij. Op dat vlak zal er relatief weinig veranderen. Ook niet duizenden jaren later.

 

 

 

In 413 zal Perdiccas II sterven en hij zal het koninkrijk zonder enige twijfel slechter hebben achtergelaten dan hij het heeft aangetroffen. Of dat zijn schuld was, is een andere kwestie.

 

Hij wordt opgevolgd door zijn zoon Archeleus I. Dezelfde Archeleus waar ik het zoëven over had en die volgens Plato niet meer was dan een zielige slaaf die zijn nonkel, Alcetas II had vermoord, de oudere broer van Perdiccas II

 

 

Ach, laat Plato maar zeveren. Archeleus kan niet anders dan een één van de beste Argeadische koningen zijn geweest en dat hij een zoon was van een slavin: et alors?

 

We weten bitter weinig over zijn korte heerschappij, maar Thucydides zegt over hem dat hij rechte wegen bouwde en het koninkrijk beter achterliet dan zijn 8 voorgangers, niet in het minst door zijn versterkingen van de cavalerie en infanterie. En het blijft speculatie, maar ik denk dat als Thucydides zoiets zegt, we niet anders kunnen dan hem geloven. Hij heeft geen enkele reden om daarover te liegen.

 

 

En Archeleus I schenkt Macedonië ook een nieuwe hoofdstad: Pella, terwijl het oude Aegae een religieus centrum en verblijfplaats zal blijven. Pella is een gouden zet. Het ligt aan een rivier, de Loudas en veel dichter aan de zee dan het inlandse Aegae. Vandaag ligt het een stuk inlandser dan vroeger,  maar ten tijde van ARcheleus bestond er een groot meer rond Pella, Hierdoor kon er een soort haven worden gecreëerd voor de vervoer van vooral hout en andere materialen zonder dat het grensde aan de Thermische, zodat het beschermd was tegen raids van vooral Atheense vloten. Win-win dus.

 

Tenslotte nodigt hij ook verschillende kunstenaars uit naar Pella, waaronder de schrijver Euripides die verschillende toneelstukken aan Archeleus zal wijden.

 

Niet slecht voor een bastaardzoon die een magistrale Macedonische leider blijkt te zijn en ervoor zorgt dat Macedonië klaar is om Griekenland te veroveren, zeker nu de Griekse stadsstaten elkaar langzaam aan het uitputten zijn in hun nietsontziende burgeroorlog.

 

 

Helaas pindakaas. Archeleus I ondergaat een jachtongeluk. Of hij wordt vermoord door zijn geliefde, Craterus. De meningen zijn verdeeld.

 

 

 

De dood van Archeleus is het begin van een pijnlijke opvolgingsstrijd, waarbij de ene na de andere troonpredentent op het voortoneel verschijnt.

 

Luistert u even mee? Hier gaan we dan: Orestes, Aeropus II, Archeleus II, Pausanius, Amyntas II en Argaeus II, allen sterven ze roemloos ze in het steekspel der koningen, waarbij uiteraard ook heel wat buren, zoals de Chalkidiki en nu ook Thessalië actief betrokken zijn. Geen één van deze heren zal het meer dan enkele jaren volhouden.

 

 

Waarom toch? Waarom wierpen al deze mannen zich in deze strijd die blijkbaar niets dan slachtoffers opleverde? De vraag werd ook eens gesteld toen ik nog werkte als interim-opdiener tijdens mijn studies, waar ik het voorrecht had om in het Koloniënpaleis te Tervuren te mogen opdienen tijdens een NVa-bestuursdag. Of zoiets. Ik hoorde daar de heer De Wever zich afvragen waarom al die Romeinse keizers zich toch in het strijdgewoel wierpen, terwijl hun overlevingskansen bijzonder laag waren. Waarom stortten in de oudheid al die mannen zich toch richting een bijna gewisse deed? Wat dreef hen in hemelsnaam? Wel, macht, geld en alles wat daarbij hoorde natuurlijk.

 

Ik vergelijk dit graag met de stelling dat het beroep van Romeinse keizer de zwaarste job ooit was, zoals sommige historici beweren.

 

 

Op zo’n moment kan ik enkel lachen. Koning of keizer is in de verste verte niet het moeilijkste beroep in de oudheid. Wat dan wel? Wel, bijna al de rest: smid, leerlooier, landbouwer, moeder van 10 kinderen en 5 miskramen of ook nog inwoner van een stad die zich toevallig op de route van één of andere idiote wereldveroveraar bevond.

 

Die mensen hadden een moeilijk beroep. Die mensen moesten elke dag vechten om te overleven, om te eten, terwijl ze zagen hoe hun kinderen verkracht en vermoord werden.

 

In vergelijking met deze mensen hadden Koningen, keizers en edellieden het poepsimpel.

 

Ik zou u hier graag vertellen dat dat ook mijn antwoord was aan de heer De Wever, maar dat was uiteraard niet het geval. Bij deze dan maar.

 

 

Maar we dwalen weer af. Uiteindelijk grijpt Amyntas III de troon. Een kleinzoon van een broer van Perdiccas II. Een broer die nooit interesse had getoond voor politiek. Zijn kleinzoon had dat blijkbaar wel.

 

Deze Amyntas III was dus een achterkleinzoon van niemand minder dan Alexander I. En dat zou een goede genenpoel zijn. Nomen est omen. Ik zal op de website wat overzichtelijke foto’s en stroomdiagrammen plaatsen, zodat de Argeadische opvolgingslijn wat duidelijker wordt.

 

 

 

Amyntas III zal een dikke 20 jaar over de troon heersen, van 393 tot 370. En hij zal dat met wisselend succes doen. Hij krijgt opnieuw ruzie met de Yliriërs, de Thessaliërs en sluit noodgedwongen verbonden met de Chalkidische Liga, waar Olynthus nu de plak zwaait. Uiteindelijk moeien ook de Spartanen en Atheners zich.

 

Zijn oudste zoon Alexander II zal hem opvolgen. Deze Alexander zal nooit de status van zijn naamgenoten Alexander I en Alexander III bereiken.

 

 

Hoewel Alexander II oorspronkelijk met succes Thessalië binnenvalt en daar in de stadsstaat Larissa zelfs een Macedonisch garnizoen neerpoot, is hij niet opgewassen tegen rijzende ster Thebe. Voor alle duidelijkheid: Thebe is een stad in Beotië, dat ligt ten Z van Thessalië en ten N van Athene.

 

 

Het Macedonisch garnizoen wordt dus uit Thessalië gegooid en bij de vrede die tussen Thebe, Thessalië en Macedonie wordt gesloten, is Alexander zelfs verplicht om gijzelaars naar Thebe te sturen om de handhaving van het verdrag af te dwingen. Een vrij wijdverspreid gebruik, waar bvb ook Julius Caesar in Gallië veelvuldig van gebruik zal maken.

 

Één van die gijzelaars is de broer van Alexander, Filip. Jawel, die Filip, die later tot Filip II zal gekroond worden en de vader van Alexander III zal worden.

 

 

Alexander II sterft relatief snel en wordt in 365 v Chr opgevolgd door zijn andere broer, Perdiccas III. Deze Perdiccas III is echter nog minderjarig en zijn nonkel Ptolemeus wordt aangesteld als regent.

 

 

Ptolemeus was namelijk getrouwd met de moeder van Perdiccas III. Pikant detail, deze Ptolemeus was eigenlijk voordien getrouwd met de zus van Perdiccas. Maar nu wordt het iets te ingewikkeld. Bovendien is de kans groot dat dit halve of hele verzinsels zijn.

 

De bruid van Ptolemeus, de vrouw van Amyntas III dus en de moeder van Perdiccas III en zijn zus, was namelijk Euridice, de grootmoeder dus van Alexander de Grote en de moeder van Alexander II en Filip II.

 

Zij wordt afgeschilderd als een gemene heks die probeert om haar zoon en echtgenoot te vermoorden en dan trouwt met de man van haar dochter. Geloof het of niet, maar Griekse en Romeinse schrijvers uit de oudheid schetsen niet zelden een negatief beeld van vrouwen die enige macht verwerven. Zeker als die vrouwen eigenlijk barbaren zijn. Euridice was namelijk een dochter van één van de stamhoofden in Hoog-Macedonië, ver van de Griekse beschaving dus.

 

Meer dan waarschijnlijk was Euridicy dan ook gewoon een vrouw die probeert om het machiavellistische machtsspel mee te spelen en daar wonderwel in slaagt. Reden genoeg om te worden neergezet als een zielloos schepsel dat haar zoon en echtgenoot vermoordt en trouwt met de man van haar dochter.

 

Gefrustreerde mannen hebben spijtig genoeg maar al te vaak onze blik op de geschiedenis bepaald. Dat zal er niet beter op worden wanneer seksueel gefrusteerde schepsels als Augustinus en Thomas van Aquino ons wereldbeeld zullen proberen te vormen.

 

 

 

Uiteindelijk slaagt Perdiccas III erin om Ptolemeus te vermoorden en alleenheerser van Macedonië te worden.

 

In 360 trekt hij ten strijde tegen de Ylirische barbaren die de laatste jaren maar al te vaak een plaag betekenden voor de MacedoniËrs en meermaals valse troonpretendenten ondersteunden. Voor eens en voor altijd zou de Macedonische koning afrekenen met deze onverlaten die het zelfs hadden aangedurfd om een zekere Bardylis tot koning te kronen..

 

Niet veel later ligt Perdiccas III dood op de Ylirische vlakten, samen met 4000 van zijn beste troepen.

 

Macedonië is verslagen, het leger verwoest en iedereen staat klaar om een stukje van deze ooit begeerlijke bruid op te eisen.

 

In de eerste plaats Ylirië en hun nieuwe koning, maar ook de Thraciërs, de Atheners, de Chalkidiki, Sparta en de stammen uit hoog-Macedonië kijken verlekkerd naar het hapklare koninkrijk dat na 3 à 4 woelige eeuwen zijn einde lijkt te hebben bereikt.

 

 

Want geen mens op aarde lijkt sterk en slim genoeg te kunnen zijn om Macedonië uit deze benarde situatie te kunnen redden en al zeker niet Perdiccas III zijn zoon Amyntas die net de luiers is ontgroeid.

 

 

Volgende week zullen we het hebben over deze kleuter die over Macedonië zal heersen vanaf 359 v Christus en dit als Amyntas IV. Hij zal een regent boven hem krijgen, de 23-jarige broer van zijn vader, zijn nonkel dus. En die nonkel, dat was een echte paardenliefhebber. Een echte filos hippos. En Nomen est Omen natuurlijk.

 

Ziezo, we sluiten deze aflevering af met een woordje Grieks en een woordje Romeins. Dat brengt ons totaal vandaag op 4 verschillende talen.

 

De volgende twee afleveringen gaan we geen honderden jaren overspannen en een iets rustiger tempo aannemen. We nemen rustig tijd om te kijken of Zeus en de andere goden op de berg Olympus aan de kant van Macedonië staan of niet.

 

 

En dan kan ik jullie enkel nog een prettige ochtend, dag, avond of nacht toewensen. Arrividerci. Ci sono cinque.

 

 

 

 

 

 

 

Ik probeer zo snel mogelijk de volgende aflevering af te werken en in de ether te gooien, terwijl Perzië angstvallig wacht op iskander, een 20-jarig broekventje uit Pella.

 

Volgende week stappen we terug in de teletijdmachine, om te kijken wie hem allemaal is voorgegaan als koning van Maceodonië.

 

 

En dan kan ik jullie enkel nog een prettige ochtend, dag, avond of nacht toewensen.

 

Tot ziens

 

Maar nog niet helemaal tot ziens. Op het moment dat ú deze aflevering beluistert, is de website vol lekkers klaar, surf naar alexanderdegrote.info, naar de FB pagina “de wonderlijke avonturen van alexander” of mail mij op info@alexanderdegrote.info.

 

Nu echt tot ziens. Tot ziens.

 

 

 

Ik herhaal mezelf, maar doet de geschiedenis helaas ook

 

 

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.