Transcriptie aflevering 17

Gepubliceerd op 15 januari 2022 om 10:55

Dag iedereen en welkom bij de wonderlijke avonturen van Alexander. Een podcast over het leven en de geschiedenis van niemand minder dan koning Alexander III van Macedonië. Bij de vikingen is hij nooit geraakt, maar toch is hij ook in hun thuisbasis, dezer dagen bekend als Zweden, een bekend figuur. Daar noemen ze hem blijkbaar Alexander den store. Wie had dat kunnen denken.

 

 

 

Welkom. We zitten ondertussen aan aflevering 17 van deze podcast met als titel: de slag bij Issus als symbiose van jong en oud. Vandaag gaan we van een bijna dood ervaring, naar de eerste grote veldslag tussen Alexander en Darius III.

 

 

 

Mocht Alexander hetzelfde werkritme aan de dag hebben gelegd bij zijn verovering van Anatolië, als ik bij de beschrijving ervan in deze podcast, dan zou onze Basileus niet ver geraakt zijn.

 

Ik kan hier veel uitvluchten, excuses en wat nog allemaal op tafel smijten, maar komt het niet allemaal op neer op wetten en praktische bezwaren die in de weg staan tussen mijn droom en de weerbarstige werkelijkheid? Deze parafrasering komt uit het gedicht van Willem Elsschot, getiteld “het huwelijk”. Nav mijn eigen trouw kreeg ik van een aantal collega’s een kaartje met dit gedicht, als een soort cadeautje. Mooi zo, dacht ik, tot ik heel het gedicht las. Blijkbaar gaat dit gedicht over een moordlustige psychopathische moordenaar die zijn vrouw zo beu is, dat hij haar levend wil verbranden, maar helaas te lui is om zijn plan door te voeren. Wat mij sterk doet twijfelen over de vraag mijn collega’s wel zo leuk zijn.

 

 

Alexander en zijn collega’s komen wel nog met elkaar overeen. Ze hebben ondertussen zowat geheel westelijk Anatolië in handen. In alle satrapieën die hij verovert laat Alexander garnizoenen achter en stelt hij heersers aan. In Karië bijvoorbeeld is dat Antigonos Monoftalmos, oftewel Antigones de Eenoog, een voormalige legerleider van Filip II die naadloos de overstap naar Alexander heeft gemaakt. Deze cycloop zal ervoor zorgen dat Anatolië gedurende heel Alexanders heerschappij gepacificeerd blijft. Dit ondanks meerdere Perzische rebellieën. Hij zal onze jonge BAsileus zelfs overleven en later een eigen dynastie stichten.

 

Maar nu we gaan veel, veel te snel.

 

Alexander is namelijk na de verovering van het westelijk deel van Klein Azië aangekomen in Cilicië. In het jaar 333 v Chr. Hier heeft de plaatselijke satraap eindelijk begrepen hoe ernstig de dreiging is die uitgaat van onze hellenistische helden en hij probeert alsnog Memnons verschroeide aarde tactiek toe te passen. Maar eens te meer wordt iedereen in snelheid gepakt door de Macedonische sneltrein en de graanvoorraden in Cilicië kunnen veilig worden gesteld. Oef.

 

We zitten in het Z O van het prachtige schiereiland dat nu deel van Turkije uitmaakt en meer bepaald in Tarsus.

 

Vorige keer hebben we nog net kunnen meepikken hoe Alexander hier was gaan zwemmen in een riviertje, dat helaas gevoed werd door smeltwater van de nabijgelegen gletsjers. Uitgeput en oververhit van een lange dagmars stort hij zich in het ijskoude water. Luttele seconden later ligt Alexander bevend en kromtrekkend op de grond. Op sterven na dood.

 

Dagenlang ligt onze koning in zijn tent, terwijl zijn gezondheid altijd maar achteruit gaat. Niemand durft hem te behandelen, uit schrik te worden beschuldigd van zijn dood als hij zijn laatste adem zou uitblazen. Iets waar op een bepaald moment ook iedereen vanuit gaat.

 

Het is uiteindelijk zijn lijfarts, Filip, die besluit om het heft in handen te nemen. Hij begint in zijn potten te roeren om één of ander medisch brouwsel te fabriceren. Een soort Panoramix avant la lettre. Net wanneer hij het toverdrankje aan Alexander wil toedienen ontvangt deze laatste een brief van Parmenion. In deze brief wordt dokter Filip ervan beschuldigd te zijn benaderd door de Perzen om de Macedonische koning om te brengen, in ruil voor 2000 gouden talenten.

 

 

Terwijl Alexander het drankje in zijn handen neemt, laat hij aan dokter Filip weten wat er in de brief staat. Met een glimlach wacht hij op de reactie van de dokter. Een mengeling van angst en verontwaardiging overvalt Filip die probeert zijn onschuld uit te schreeuwen. Hierna drinkt Alexander het stinkende goedje, braakt hij zich zelf binnenstebuiten en valt hij in een halve coma.

 

Enkele bange dagen voor dokter Filip later, begint onze Basileus langzaam te herstellen. Wat erop lijkt dat onze dokter niet de verrader was die Alexander wou vermoorden. Toch? Moeilijk te zeggen. Er zijn vele theorieën over de ziekte die Alexander was overvallen. De meest voor de hand liggende is een soort koudeshock, die hem overviel toen hij in het ijskoude smeltwater sprong. Het is iets wat niet zolang geleden ex-motorcrosser Eric Geboers overkwam toen hij een hond uit het water wou redden.

 

Een andere theorie is dat een sluimerende infectie, mogelijks malaria, door de waterduik aan het oppervlakte kwam. Het is nog maar de vraag in welke mate een purgeermiddel een oplossing kon bieden voor één van beide aandoeningen.

 

Daar tegenover staat dan weer dat de medische wetenschap van 2500 jaar geleden niet meteen als hyperdoeltreffend kan worden beschouwd. We zullen dus nooit weten of dokter Filip een wonderdokter was, een charlatan die geluk had, dan wel toch probeerde om stiekem 2000 talenten in zijn zak te steken.

 

Waar we wel mogen van uitgaan, is de onrust die heel dit voorval veroorzaakt moet hebben in het Macedonische kamp. Plots begint iedereen te beseffen dat hun lot allesbehalve zeker is, zo 100en kilometers van huis in vijandig gebied, zonder een koning aan het roer. Alexander had geen vrouw, laat staan een mannelijke opvolger, laat nog meer staan een meerderjarige mannelijke opvolger.

 

Er zijn zelfs al trouwe volgelingen die eieren voor hun geld kiezen. Harpalus, die is geboren met een fysieke misvorming die hem niet geschikt maakte voor een plaats in Alexander zijn leger, was aangesteld als schatbewaarder. Wanneer hij verneemt dat zijn baas weldra een bezoekje van magere hein zal krijgen, kiest hij het hazenpad, samen met een groot deel van de schatkist. Een teken aan de wand.

 

 

De een zijn dood, is uiteraard de ander zijn brood. En de berichten over Alexanders dodelijke duik zullen op een bepaald moment ook ongetwijfeld Darius III hebben bereikt en hongerig hebben gemaakt. Hij is bezig om in Babylon een immens leger samen te stellen, om zo eens en voor altijd af te rekenen met deze Yauna takabara, oftewel de  Ioniërs met hun zonnehoeden. Iets wat een Perzische bijnaam zou geweest zijn voor de Macedoniërs.

 

 

Om dit leger zo groots mogelijk te maken heeft Darius III ook al zijn troepen uit de Egeïsche Zee teruggeroepen. Dat had ik vorige aflevering al aangehaald. Ik heb dat toen voorgesteld als een soort domme zet van de Perzische Koning der Koningen. De Perzen waren namelijk net bezig om de Macedonische levenslijn door te knippen en af te snijden, tot aan opstanden in de belangrijke havenstad Milete toe. Als die opstanden gelukt waren, was het bijna over en out voor onze Europese avonturiers.

 

Daar tegenover staat een zekere logica van Darius III zijn strategie: met name, zoveel mogelijk manschappen verzamelen om Alexander III te verslaan in een grote veldslag. Wanneer dat zou gebeuren zouden al die kleine conflictjes in West-Anatolië geen bal meer uitmaken. Als Alexander een gevoelige nederlaag leed of zelfs niet won, was alles ook in een oogwenk afgelopen.

 

 

Laten we dit element nog maar eens eventjes oprakelen. Alexander is ver van huis en zijn coalitie van Macedonische edelen, Ylirische bondgenoten en Griekse gijzelaars heeft overwinningen en oorlogsbuit nodig. Er zijn er in 333 genoeg die klaar staan om een andere broodheer te zoeken, als hen dat beter lijkt uit te komen. De gehandicapte Harpalus heeft al het hazenpad gekozen en dan nog enkel omdat Alexander een beetje ziekjes was. Een mislukte veldslag zou het einde betekend hebben.

 

Het verklaart de onstuimigheid en voortvarendheid van Alexander. De koning heeft geen tijd voor de ingewikkelde berekeningen en afwegingen die zijn vader vaak kon en moest maken. voor onze jonge held is er maar één weg: en die loopt vooruit. Samen met zijn al ongedurige karakter was dit een explosieve cocktail die mee een verklaring zijn voor deze historische blitzkrieg.

 

 

 

Hersteld van zijn mysterieuze ziekte trekt Alexander door. Naar Issus. Issus is het huidige Turkse Kinet Höyük en het ligt werkelijk in de meest NO hoek van de Middellandse Zee, in het ZO van Anatolië. Als je de bovenste punt volgt van het eiland Cyprus. Wel die wijst er recht naar toe. Issus is gelegen aan een baai. Een baai die nu niet geheel toevallig de Golf van Iskenderun heet. Net als het meer zuidelijk gelegen havenstadje dat de naam Iskenderun heeft. U kent hopelijk al genoeg Turks om te weten dat dit Alexander betekent.

 

 

Ook in Issus kan Alexander de voedselvoorraden veilig stellen en hij besluit om zijn zieke en gewonde soldaten achter te laten in de stad.

 

 

Issus was van strategisch belang omdat je van hier de doortocht kon maken naar de Syrische Poorten.

 

Parmenion had deze doortocht al gemaakt en Alexander vervoegt na het opzetten van het kamp in Issus het leger van Parmenion. Zuidwaarts dus met aan zijn rechterkant de Middellandse Zee. Richting de Levant dus.

 

 

 

Alexander denkt op dat moment dat hij nog steeds Darius III voor zich heeft, dus ten Zuiden van hem. Het zijn trouwens cruciale momenten die eraan komen. Iedereen weet dat een veldslag eraan komt en dan is het van het grootste belang dat men kan vechten op terrein dat men zelf kiest. En liefst ook terrein dat in het eigen voordeel is en in het nadeel van de vijand. Daar gaan we dadelijk op terugkomen.

 

 

Darius heeft ondertussen niet stilgezeten en terwijl Alexander Zuidwaarts trekt, trekt onze Grote Koning Noordwaarts. Naar jawel, Issus. Hij is te weten gekomen dat het Macedonische leger is opgesplitst en probeert om tussen hen in te belanden. Wanneer hij aankomt in Issus, laat Darius de handen van verschillende gewonde soldaten afkappen, brandt hij de wonden toe en stuurt hij hen in een colonne richting Alexander.

 

 

Hier wil ik toch even bij stilstaan. Als we ervan uitgaan dat deze anekdote waar is, is hier dan sprake van een enorme wreedheid van de Perzen? Uiteraard wel. Handen afhakken is barbaars. Punt.

 

Dit kwam van twee kanten. Er zijn weinig verhalen van Macedoniërs die zorgden voor gewonde vijanden op het slagveld. Elke tegenstander die werd gedood, was een tegenstander minder die kon vechten. Krijgsgevangenen werden enkel gemaakt als ze een voordeel konden opleveren, zoals informatie of losgeld. Wanneer ze overbodige ballast waren, was een doorgesneden keel niet veraf.

 

Hetzelfde lot gold voor bijvoorbeeld Romeinse keizers of andere samenzweerders die werden afgezet of betrapt. In het Oost-Romeinse Rijk, na de val van Rome in 476 na Chr ontstond de praktijk om een afgezette keizer niet meer te vermoorden, maar wel de neus af te hakken of de ogen uit te steken. Op die manier werd het christelijke gebod “gij zult niet doden” niet geschonden en het werd dan ook als een minder barbaarse praktijk beschouwd.

 

 

Darius III was echter geen christen en het blijft aannemelijk dat hij niet de bedoeling had om vroom te zijn, maar wel om een boodschap te sturen naar Alexander. En ook Alexander stuurde geen bedankbriefje naar zijn Perzische tegenstander, maar gebruikte het incident om het anti-Perzische sentiment op te drijven.

 

 

Na al deze incidenten moeten beide legerleiders beseften hebben in welke situatie ze zaten. Alexander was niet gelukkig. DArius III heeft namelijk zijn levenslijn afgesneden. Een pluim op de hoed van een man die een betere generaal was dan men ons soms wil doen geloven.

 

Een vloot die naam waardig heeft Alexander niet en dit betekent dat Darius hem heeft vastgezet. Ontsnappen kan niet meer. Een clash der titanen lijkt onvermijdelijk.

 

 

Maar niet getreurd voor Alexander. Darius III heeft geprobeerd om tussen Parmenion en Alexander te belanden en dat is niet gelukt. Onze Basileus kan de strijd aangaan met het geheel van zijn bonte leger.

 

En nog belangrijker: Alexander zal vechten op relatief zelf gekozen terrein. Het is niet voor niets dat hij aan de zee is gebleven. Dat betekent dat al één kant van het slagveld een barrière vormt. En dat is o zo belangrijk.

 

Het Perzische leger is namelijk een stuk groter dan het Macedonische. In sommige bronnen wordt gewag gemaakt van een Perzisch leger dat 600k manschappen groot is. Een cijfer dat we terugvinden in de Anabassis van Arrianus. Geen reclame voor de historische waarachtigheid van zijn boek, maar goed.

 

Ik heb u al uitgelegd dat het zo goed als onmogelijk is om een leger van 600k mensen logistiek rond te krijgen. Zeker als je nog eens alle hulptroepen, zoals bakkers, ingenieurs en dergelijke meetelt. En zelfs los daarvan is het onmogelijk om 600.000 mensen weken lang te bevoorraden en eten te geven.

 

Beschouw het als een overdrijving, bedoeld om Alexanders daden groter voor te stellen dan ze eigenlijk zijn.

 

Een leger van 100, max 120k is al een stuk realistischer. Dat is nog altijd minstens 2 en mogelijks 3X meer als het Macedonische leger. Een enorm verschil.

 

Want we weten tot wat een numeriek verschil kan leiden. Zeker als het exponentieel wordt.

 

Perzië had nog steeds een formidabele cavalerie die ervoor kon zorgen dat de vijand werd omsingeld om hem zo langzaam dood te duwen.

 

Het postvatten aan de zee betekent dat Alexander al één natuurlijke hindernis naast zich heeft die de breedte van het slagveld verkleint.

 

Darius is geen dommerik en weet verdomd goed dat hij een slagveld nodig heeft dat zo vlak en ruim mogelijk is. Er ontstaat dan ook een soort impasse, waarbij Darius in het N blijft wachten en Alexander in het Zuiden. Het lijkt erop dat de Perzische koning als eerste met zijn ogen knippert en Zuidwaarts trekt, weg van Issus. Hij stelt zijn troepen op aan de rivier de Pinarus, een niet al te grote stroom die vandaag meer dan waarschijnlijk de Payas rivier heet.

 

Hmmm, ik denk dat het toch eens tijd wordt om wat synoniemen te zoeken voor de uitdrukking “meer dan waarschijnlijk”, gelet op mijn veelvuldig gebruik ervan. Vreemd gebruik ik in toogdiscussies eerder uitdrukkingen als “ik ben 100% zeker” of “wat jij zegt klopt simpelweg niet”. Maar dat kan ook aan de context liggen. Of aan het feit dat wij, kinderen van deze tijd, nu eenmaal meer vertrouwen hebben in ons wankele geheugen, geradbraakt door een overtal aan Google informatie, dan in eeuwenoude Romeinse edellieden zoals Lucius Flavius Arrianus of Plutarchus. Voer voor een leuke toogdiscussie, zou ik zo zeggen.

 

 

Darius buigt dus als eerste. Maar niet helemaal. Waar de breedte van het slagveld aan de Granicus enkele honderden meters is, is dat aan de Pinarus enkele kilometers. Een wereld van verschil. Darius zijn slagorde, gericht naar het zuiden, heeft dus aan zijn rechterkant de Middellandse Zee (wat het W is voor alle duidelijkheid, gelet op zijn omgekeerde positie). En aan zijn linkerkant, het oosten, is er heuvelachtig gebied.

 

Het kon dus zeker beter, maar ook een stuk erger. 2-3 km is best lang. Plaats genoeg om de vijand te omcirkelen.

 

Het is ergens rond 5 november in het prachtige jaar 333 v Chr. Een halve duivel als het ware. 

 

Het is middag en het heeft de voorbije dagen flink geregend. Hierdoor zijn de oevers van de Pinarus glibberig, maar het blijft een relatief makkelijk doorwaardbare stroom. Als u zich afvraagt waarom we hier de slag bij Issus en niet die bij de Pinarus gaan beleven, moet ik u het antwoord schuldig blijven.

 

Alexander zal 4 grote veldslagen leveren: 2 vernoemd naar een plaats en 2 naar een rivier. Misschien wilden historici niet alle veldslagen naar rivieren noemen. nog een mooi onderwerp voor een toogdiscussie, als u het mij vraagt.

 

 

 

Darius zijn leger staat opgesteld met de rivier voor zich. Rechts van zijn opstelling, aan de zee, bevindt zich de creme de la creme van de Perzische cavalerie, klaar om eindelijk te doen wat ze moeten doen: de linies doorbreken en de vijand in de rug aanvallen om op die manier beslissend te zijn. In het midden staan de Onsterfelijken geposteerd, het infanterie keurkorps. Aan beide zijden zijn deze 10k soldaten die ook wel appeldragers worden genoemd, geflankeerd door goefende Griekse hoplieten, opgesteld in hun falanx formatie.

 

Links daarvan bevinden zich de lichte infanterie en de boogschutters. Nog linkser daarvan, heeft Darius in de heuvels een aantal tirailleurs geposteerd, om te proberen Alexander langs daar te verrassen. Maar deze eenheden zijn niet echt bedoeld om mee vechten tijdens de échte veldslag.

 

In het midden, achter de onsterfelijken, staat een gouden wagen, prachtig versierd. Het is de strijdwagen van Darius, hoewel strijdwagen dit voertuig en alles wat erbij hoort oneer aandoet. Het moet een geheel zijn geweest van majustueuze wagens, tenten en wat nog allemaal. Vol goud, edelstenen en magnifieke snuisterijen. Of het zo slim is om een dergelijke onwendbare en relatief trage massa mee te sleuren op een immense veldslag, dat zullen we zo dadelijk nog zien. Maar het moet prachtig geweest zijn.

 

 

 

120k mannen en hun koning wachten op die manier op de vijand. De vijand die in de namiddag ook tevoorschijn komt. Het moet wederom een formidabel zicht geweest zijn. Het Macedonische leger was retestrak georganiseerd. De hetairoi op hun prachtige paarden, de hypaspists met hun zware schilden en natuurlijk de falangisten met hun gevreesde sarissa’s. Allemaal zijn ze onderverdeeld in verschillende grotere en kleinere eenheden die door Alexander als legoblokken op de juiste manier worden opgesteld.

 

Door de breedte van het slagveld is Alexander verplicht om zijn falanx breed en dun uit te smeren. Iets wat ten koste gaat van de sterkte en duwkracht van deze eenheid.

 

Feilloos positioneren alle soldaten zich achter de Pinarus.

 

Aan de linkerkant, aan de zee, staat Parmenion met zijn cavalerie. Wanneer Alexander de tegenstander overschouwt, verplaatst hij op het laatste moment nog een regiment van de Thessalische ruiters, omdat hij door heeft dat PArmenion er anders nooit in zou slagen om de tegenstander op de linkerflank tegen te houden. En als Parmenion zou falen, zou dat letterlijk dodelijk zijn. Voor hem én voor Alexander.

 

In het midden staat de graatmagere falanx. Het kan niet anders dan dat sommigen beseffen dat het nipt gaat worden. Hun tegenstander in het midden is veel talrijker. Ook al hebben die dan geen meterslange sarissa. Dodelijke speren hebben ze wel.

 

Nog rechtser staan de hypaspists, oftewel de Macedonische zware infanterie.

 

En uiterst rechts staan de Macedonische tirailleurs, de Agrianen onder meer. Het zijn zij die als eerste slag leveren met de Perzische tirailleurs in de heuvels die waren opgeschoven richting het Macedonische leger, om te kijken of onze Basileus wel goed aan het opletten is. Het eerste overwinninkje mag op het conto van de Agrianen worden geschreven. De Perzen worden uit de heuvels weggejaagd. Maar dat is niet meer dan een voetnoot.

 

 

Dan begint de echte slag. Niet verschieten, maar nu volgt een streepje goedkope, maar desalniettemin epische marsmuziek. Om in de stemming te komen. Geniet ervan.

 

Vamonos!

 

Aan de zee steken de Perzische ruiters de Pinarus over en hakken vol in op Parmenion en de Thessaliërs. Onze oude generaal, of hipiarch of hoe u hem ook wilt noemen heeft maar één opdracht: standhouden. En het is maar goed dat hij op het laatste moment nog wat versterking heeft gekregen, want zelfs met de extra Thessalische troepen lukt het nauwelijks om de linies op hun plaats te houden.

 

En ook in het midden loopt het niet naar wens. De dunne falanx steekt de rivier over, maar blijkt geen partij voor de Griekse huurlingen die talrijker en zwaarder bewapend zijn. Honderden MAcedoniËrs laten hier al het leven, waaronder één van de taxiarchen.

 

Dat is nu eenmaal wat er gebeurt als je leger 2 of 3 kleiner is. Laten we ook niet vergeten dat het Perzische leger al honderden jaren oorlog voerde, en de laatste decennia vaker en vaker met Griekse huurlingen. En met succes trouwens. De verloren oorlogen in Griekenland waren de uitzondering op de regel. O maar te zeggen, dit was niet janneke en mieke, waartegen alexandros aan het strijden was, maar een eeuwenoude, trotse en op vele vlakken ervaren tegenstander.

 

 

En zo leek het Macedonische leger ineen te stuiken. Zeker wanneer aan linkerkant van het Perzische leger, aan de kant van de heuvels dus, de boogschutters een verwoestende pijlenregen doen neerdalen op hun tegenstanders.

 

Tijd voor Alexander III, om op te staan. Misschien ook tijd voor nog een streepje muziek, u gepresenteerd door Cymbalbird

 

 

Laat maar weten wat u ervan vindt, van deze muzikale intermezzo’s.

 

Hopelijk is de nervositeit ook bij u gestegen, wachtend op wat onze Macedonische held gaat uitrichten.

 

Wel, hij lanceert een drievoudige tegenaanval. Om te beginnen leidt hij de hypaspists met een geweldige charge richting de boogschutters en de lichte infanterie. Er is speculatie over het feit of Alexander hier als infanterist of als cavalerist opereert, maar ik ga hier voor de infanterie-versie. Omdat het zijn exploten nog net dat tikkeltje exotischer maakt.

 

De charge van de hypaspists werkt. De boogschutters en infanterisen van de Perzen sterven of vluchten.

 

Hierna zoekt Alexander zijn lievelingspaard: Bucefalos. Samen met de hetairoi, zijn metgezellen chargeert hij vol op de Griekse hoplieten en Onsterfelijken die zijn falanx aan het verdrukken zijn. De hellenen weten niet wat hen overkomt. Alexander loopt een wonde op aan zijn dij, maar toch kantelt er iets. De Griekse falanx wordt onder de voet gelopen, wat de Macedonische falanx moed geeft.

 

 

En dan, dan is het tijd voor Alexander om gebruik te maken van al die boeken die hij leest. Kent u nog de Anabasis van Xenofon, de Griekse soldaat die had gevochten voor Cyrus de Jongere tegen de Perzische koning Artaxerxes II? In dit verhaal won het leger van Cyrus de veldslag bij Cunaxa in 401 v Chr, maar omdat iemand erin slaagde de troonpretendent te doden, was het Artaxerxes II die won.

 

Een wijze les die onze jonge koning maar al te goed kende. En terwijl Parmenion en zijn Thessalische cavalerie aan het kraken zijn, stormt Alexander plots als een wildeman af op de strijdwagen van Darius III.

 

Het is dit tafereel dat wordt afgebeeld op de beroemde mozaiëk die werd gevonden in Pompei¨. Een verschrikte Darius die een woeste Alexander op zich ziet afstormen.

 

Darius III kan maar één kant uit. Achteruit. Hij springt in een andere, meer mobiele strijdwagen en vlucht weg, achternagezeten door zijn vijand.

 

 

De veldslag is voorbij. Wanneer de manschappen hun koning zien wegvluchten, doen velen van hen hetzelfde. Terwijl de Griekse hoplieten georganiseerd terugtrekken, waardoor velen erin slagen om veilig weg te geraken, is dat minder het geval voor vele onervaren infanteristen. Zij zijn een makkelijke prooi voor de Macedonische paarden. Het wordt een slachtpartij.

 

 

Alexander wil niets liever dan heel de oorlog hier en nu beëindigen, maar hij kan niet anders dan terugkeren om Parmenion te helpen. wanneer de Perzische cavalerie de hetairoi van Alexander ziet aankomen, kunnen ook zij niets anders doen dan vluchten.

 

Ondertussen is ook de avond gevallen. De veldslag moet hooguit enkele uren geduurd hebben. Misschien wel nog minder.

 

We tellen ongeveer 500 doden aan Macedonische kant en 5000 gewonden. Voor een gewonnen veldslag is dat best veel. Vergeet niet dat je met gewonden niet veel kan uitrichten, zeker niet als het ernstig is.

 

Aan Perzische zijde is de schade aanzienlijker. Tienduizenden doden bezaaien het slagveld.

 

Gewonde Perzen zijn er niet. Toch niet op het slagveld. En dat is het grote verschil tussen winnen en verliezen. De soldaten die tijdens de veldslag gewond geraken en neervallen, blijven initieel aan beide zijden op het slagveld liggen. Op gelijke wijze.

 

Het verschil komt pas wanneer de veldslag gedaan is. de soldaten van de winnaar worden opgepikt en verzorgd. Voor zover hun wonden dat toelaten natuurlijk.

 

De soldaten van de verliezer daarentegen worden simpelweg van kant gemaakt. Als ze geluk hebben. Want het was dat of een urenlange doodsstrijd op een verlaten vlakte ergens aan de Middellandse Zee.

 

Als Alexander de veldslag had verloren konden we die 5000 gewonden in één ruk omzetten in 5000 doden. Bovendien was het gros van deze gewonden en doden gevallen aan het begin van de veldslag, op het moment dat de Macedoniërs in de verdrukking waren. Als je weet, en dat weten jullie, dat de meeste slachtoffers vallen tijdens een omcirkeling of achtervolging en niet aan het begin van de strijd. Wel, dan was de slag bij Issus een duurbevochten overwinning voor de Macedoniërs, en dit na een zware en kostelijke strijd.

 

Het heeft een haar gescheeld of Alexander had nooit het cognomen de Grote meegekregen. Zonder zijn persoonlijke tussenkomst en geniale kopie van de lessen van Xenofon was er van een Macedonische overwinning nooit sprake geweest. Maar laten we ook zeker Parmenion hier niet vergeten. Als hij niet zo lang had stand gehouden, had Alexander helemaal niets meer kunnen rechttrekken.

 

Op deze manier zorgen jong en oud, ervaring en onstuimigheid, samen voor een klinkende overwinning. Anatolië is van de Macedoniërs.

 

 

 

Nu ja, in het NO, meer bepaald in Cappadocië heeft Alexander nog niet echt voet aan de grond. De door ons nu welgekende Antigones Onoftalmus, satraap van Karië en zo’n beetje de baas van Anatolië, heeft nog zijn handen vol met verzetshaarden, onder meer afkomstig van strijders die het slagveld bij Issus hebben ontvlucht. Maar Antigones zal zich meer dan van zijn taak kwijten en alle rebellieën de kop inslaan.

 

 

En de weg naar de Levant, die ligt wagenwijd open. En ik weet niet hoe het met uw geografische kennis gesteld is, maar u moet maar eens kijken welk duizendjaar oud rijk er ligt te wachten als u zuidelijk langs het huidige Libanon, Israël en Palestina trekt, om dan naar rechts af te slaan en de Sinai¨woestijn overstijkt. Daar ligt een rijk dat meermaals verzet heeft gepleegd tegen de Perzische overheersers, maar enkele decennia geleden terug onder controle is gebracht. Het land van de farao’s.

 

 

Maar daar zijn we nog niet. Niet in het minst omdat sommige van de Fenicische steden in het Midden-Oosten niet van plan zijn om zomaar de heerschappij van de Macedoniërs te aanvaarden. Darius mag dan een veldslag hebben verloren, de oorlog is nog lang niet gedaan. Het zal niet de eerste keer geweest zijn dat de Perzen terug rechtstaan na een klinkende nederlaag. Daar heeft hun schier onuitputtelijke bron aan strijdkrachten natuurlijk iets mee te maken.

 

In de volgende aflevering gaan we zien wie zich overgeeft en wie wel nog vertrouwen heeft in de Perzische Koning der Koningen.

 

Darius III is dus nog niet uitgeteld. Hij is echter wel zijn gouden strijdwagen kwijt die hij heeft achtergelaten op het slagveld. En u raadt nooit wat hij daar zomaar allemaal in de handen van de Macedoniërs laat vallen. Of beter. Wie allemaal.

 

Die onthulling moet het begin worden van aflevering 18. Een aflevering waar we het ook gaan hebben over purperen slakken, Dionysus I en over het gevoel van brandend zand op een soldatenlichaam. Pret verzekerd.

 

Om af te ronden wil ik nogmaals Marc bedanken, ook voor zijn boekentip over Byzantium die jullie kunnen terugvinden op mijn Facebookpagina, de wonderlijke avonturen van Alexander. Ook dank aan Joost en Frans voor hun mailtjes op info@alexanderdegrote.info en ook aan Mario die een berichtje achterliet op mijn website alexanderdegrote.info. afsluiten doen we met een nieuwe rating die ik kreeg op Apple Podcasts. U vergeeft mij hopelijk mijn verdoken reclame voor mijn sociale media. En als u dat niet kan, dan zal ik  die psychische last deemoedig met mij meedragen, terwijl ik probeer om mijn huis niet in brand te steken.

 

 

Ziezo. Dan kan ik u enkel nog een prettige ochtend, dag, avond, of nacht toe wensen. Tot ziens.

 

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.